What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
Werkwoorden
Lowan Familie en Vrienden
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoorden
Lowan Familie en Vrienden
Slide 1 - Slide
hebben
Ik
heb
de tas.
zijn
ik
ben
op school
Wij
zijn
op school.
Slide 2 - Slide
Kies de goede woorden.
Sleep ze naar het goede vak.
Slide 3 - Slide
ik
hij
tel
heb
telt
heeft
Slide 4 - Drag question
wij
hij
gaan
heten
heet
gaat
Slide 5 - Drag question
ik
jij
maakt
luistert
maak
luister
Slide 6 - Drag question
jij
jullie
zijn
lopen
bent
loopt
Slide 7 - Drag question
ik
hij/zij
ben
knip
knipt
zeg
heeft
Slide 8 - Drag question
ik
hij
jij
ben
knip
knipt
zeg
heeft
bent
heet
Slide 9 - Drag question
Kies A of B!
Slide 10 - Slide
ik
A
heb
B
heeft
Slide 11 - Quiz
ik
A
luistert
B
luister
Slide 12 - Quiz
ik
A
maken
B
maak
Slide 13 - Quiz
ik
A
ben
B
zijn
Slide 14 - Quiz
jij
A
telt
B
tel
Slide 15 - Quiz
jij
A
zijn
B
bent
Slide 16 - Quiz
jij
A
maakt
B
maak
Slide 17 - Quiz
= 1 iemand of iets
ik
jij je
hij zij
het
= MEER
wij = meervoud
zij/ jullie aanwijzend = meervoud
Slide 18 - Slide
zeggen
ik
zeg
jij
zegt
hij zij
zegt
wij
zeggen
ik
zeg
wat je huiswerk is.
Slide 19 - Slide
knippen
ik
knip
jij
knipt
hij zij
knipt
wij
knippen
ik
knip
met de schaar
Slide 20 - Slide
Wij.......op een bruiloft.
A
ben
B
is
C
zijn
D
bent
Slide 21 - Quiz
Wij.......een auto.
A
heeft
B
hebben
C
hebt
D
heef
Slide 22 - Quiz
Jullie ......naar school.
A
gaat
B
gaan
C
ga
D
gat
Slide 23 - Quiz
Jullie.........naar de bus.
A
lop
B
loop
C
loopt
D
lopen
Slide 24 - Quiz
Jullie............. in de klas.
A
zijn
B
bent
C
is
D
ben
Slide 25 - Quiz
Jullie...... over de toets.
A
denk
B
denken
C
denkt
D
maakt
Slide 26 - Quiz
Mijn moeder. .......... tien kinderen.
A
heeft
B
hebt
C
heb
D
hebben
Slide 27 - Quiz
Jullie........iets tegen de docent.
(praten)
A
zegen
B
zeggen
C
zegt
D
zeg
Slide 28 - Quiz
Jullie .......... je geld.
A
telen
B
tel
C
tellen
D
telt
Slide 29 - Quiz
Opdracht bij de spinner:
Noem de juiste vorm van het werkwoord!
Docent noemt:
ik of jij, hij, zij, wij, jullie, zij.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
More lessons like this
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
October 2024
- Lesson with
35 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
March 2023
- Lesson with
38 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
February 2023
- Lesson with
40 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden JFR
October 2023
- Lesson with
41 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
October 2024
- Lesson with
38 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
3 days ago
- Lesson with
38 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
June 2024
- Lesson with
39 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
April 2025
- Lesson with
31 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1