3.1 De Griekse wereld

De Grieken


3.1 De Griekse wereld
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Grieken


3.1 De Griekse wereld

Slide 1 - Slide

Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v.Chr - 500 na Chr.
* de oudheid

Slide 2 - Slide

Beeldkenmerk
Op de voorgrond zie je een Griekse tempel en op de achtergrond een Latijnse tekst. Samen symboliseren ze de Grieks-Romeinse cultuur, die zich over Europa heeft verspreid.
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat . (democratie + wetenschap)
  • §3.1 De Griekse wereld
  • §3.2 Het bestuur van de polis
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
  • §3.3 Geloven en weten
  • §3.4 Strijden of sporten
  • §3.5 Griekse kunst
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde . (Romeins wereldrijk)
  • §4.1 Van stad tot wereldrijk
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest- Europa (romanisering Europa)
  • §4.5 Romeinen, Germanen en Kelten
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten (de eerste christenkeizers)
  • §4.4 De opkomst van het Christendom

Slide 3 - Slide

Stadsmuren
Athene werd beschermd door lange stadsmuren. Deze muren liepen niet alleen om de stad zelf, maar ook vanaf de stad tot aan de kust zes kilometer verderop. Daar lag de havenstad Piraeus, waar schepen dagelijks producten voor Athene aanvoerden.
Akropolis
Dit is de Akropolis, een hoge rots in Athene. Hier bouwden de Atheners een versterking om heen te vluchten als er gevaar dreigde. De enige route naar boven was een steile trap. Later bouwden de Atheners er prachtige tempels voor de belangrijkste goden van hun stad.
Parthenon
Bovenop de Akropolis stond de grootste tempel van de stad: het Parthenon. Deze tempel was gebouwd voor de godin Athena. Zij was de beschermgodin van de stad en de stad was naar haar vernoemd.
De stoa 
Deze overdekte zuilengang gaf beschutting tegen regen en zon. Het was dé plek in Athene om vrienden te ontmoeten. Er werd gediscussieerd door geleerden, zaken gedaan door handelaren en geroddeld over de buren.
De agora 
Op dit plein midden in de stad werd markt gehouden. Boeren van rondom de stad verkochten er olijven, honing en ander voedsel. Bakkers stonden er met brood, slagers met vlees en ook vishandelaren met vis. Er waren ook handelaren met producten uit allerlei andere streken van rond de Middellandse Zee.
Tempel van Hephaistos 
Deze tempel was voor Hephaistos, de god van het vuur en de smeedkunst. Hij werd vereerd door pottenbakkers en metaalbewerkers. De tempel stond dicht bij de wijk waar deze ambachtslieden woonden en werkten.

Slide 4 - Slide

Lesdoelen 3.1 - de Griekse wereld
Je kunt..
  • uitleggen wat stadstaten zijn.
  • uitleggen wat kolonies zijn.
  • uitleggen waarom de Grieken kolonies stichtten in andere gebieden.
  • uitleggen hoe de Grieken omgingen met andere culturen.
  • kenmerken noemen van de samenleving van Athene en Sparta.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Stadstaten:
  • Het landschap van Griekenland bestaat uit een deel vaste land en honderden eilanden. Ook zijn er vlaktes, steile bergen en heuvels.
  • Door dit versnipperde landschap was contact tussen steden moeilijk.
  • Er waren honderden stadstaten.

Slide 7 - Slide

Waarom? Oorzaken van kolonisatie:
  • maar 20% van de grond is geschikt voor landbouw.
  • de bevolking groeide, boeren konden daardoor niet meer genoeg voedsel voor iedereen produceren.

Slide 8 - Slide

Gevolgen van kolonisatie:
  • Grieken vertrekken per schip uit hun stadstaten om zich op andere plaatsen te vestigen.
  • Er ontstaan Griekse kolonies langs de kusten van de Middellandse en Zwarte Zee.
  • Contacten met andere volkeren. (bijv. de Romeinen)

Slide 9 - Slide

De Griekse wereld omstreeks 500 v.chr.

Slide 10 - Slide

Grieken en andere volken:
Door de kolonies gaat het erg goed met de Griekse economie, de handel en de productie groeien. Door deze handel komen de Grieken in contact met andere culturen en volken.

Slide 11 - Slide

Grieken en andere volken:
Leren van andere volken:

  • Letterschrift --> ontstaan van het Griekse Alfabet
  • Geld i.p.v. ruilhandel.


Slide 12 - Slide

De Poleis

Dezelfde

  • Taal
  • godsdienst
  • onderwijs
  • wetenschap



Slide 13 - Slide

Internationale handel
Dankzij de Griekse kolonisatie groeide ook de handel rond de Middenlandse zee. 

Handelaren konden hun spullen op steeds meer plekker verkopen, het afzetgebied van Griekse producten werd groter.

De Grieken kwamen ook in contact met Aziatische culturen waar ze in specerijen handelden.

Slide 14 - Slide

Bevolkingsgroei

Wat is bevolkingsgroei?


Hoe kon de bevolking groeien tijdens de landbouwrevolutie ?


Gevolgen van een bevolkingsgroei?

  • geen ruimte om te wonen, stadstaat uitbreiden
  • Oorlogen tussen stadstaten
  • Mensen willen ergens anders gaan wonen : er kwamen kolonies

Slide 15 - Slide

Kolonies buiten Griekenland (1)
  • Een kolonie is een gebied van een land buiten dat land

  • Griekenland is  erg onvruchtbaar (droge en rotsachtige grond)

  • Mislukte oogst? --> hongersnood

Slide 16 - Slide

Kolonies buiten Griekenland (2)
  • Sommige Grieken trokken weg

  • Over de Middellandse Zee 

  •  Kolonies in Spanje, Italië en Turkije
  • Tussen de kolonies en het 'moederland' ontstond veel handel

  • Gevolg-->  verspreiding van de  Griekse cultuur (zoals: mythologie, beeldhouwkunst, enz.)

Slide 17 - Slide

De samenleving van Athene
  1. Atheense mannen, zij hadden stemrecht.

  2. Niet-Atheense mannen, zij hadden geen stemrecht.

  3. Vrouwen.

  4. Slaven.

  • Maatschappij is een ander woord voor samenleving

Slide 18 - Slide

De samenleving van Athene

Slide 19 - Slide

Pallas Athena
De godin van Athene
Te herkennen aan haar speer, schild en vaak ook uil
Was de godin van de wijsheid, krijgskunst en vrede

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Het hoogste gedeelte van de polis heet de Akropolis en hier waren vaak tempels op gebouwd.

Slide 22 - Slide

De agora het centrale plein binnen een stadstaat waar gepraat en gediscussieerd kon worden.

Slide 23 - Slide

Griekenland kreeg een geldeconomie

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

De Atheense samenleving
De Spartaanse samenleving

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

De samenleving van Sparta
  1. Spartanen, jongens en meisjes werden getraind om Sparta te dienen.

  2. Omwonenden, zij woonden niet in Sparta, ze moesten soldaten leveren en belasting betalen.

  3. Overwonnenen, zij waren door Spartanen veroverd en werden als slaaf behandeld.

Slide 28 - Slide

De Atheense samenleving
De Spartaanse samenleving

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Lesdoelen 3.1 - de Griekse wereld
Je kunt..
  • uitleggen wat stadstaten zijn.
  • uitleggen wat kolonies zijn.
  • uitleggen waarom de Grieken kolonies stichtten in andere gebieden.
  • uitleggen hoe de Grieken omgingen met andere culturen.
  • kenmerken noemen van de samenleving van Athene en Sparta.

Slide 33 - Slide

Noem drie dingen die iedere Griekse stadstaat in de Oudheid op een eigen manier had geregeld.

Slide 34 - Open question

Vul de juiste woorden in bij 1 en 2:
Griekenland had in de Oudheid al ....1........vruchtbare landbouwgrond. Toen de bevolking ging.......2....,leidde dat tot een voedseltekort.

Slide 35 - Open question

Welke zin over de samenleving van de oude Grieken is niet juist?
A
De Grieken vonden het heel normaal dat een deel van de mensen niet vrij was, maar bezit van een ander.
B
De meeste mensen verdienden hun brood in de landbouw.
C
Er werden koloniën gesticht omdat de Griekse grond niet genoeg voedsel opbracht.
D
Handel en ambachten waren de belangrijkste economische activiteiten.

Slide 36 - Quiz

Welke bewering over de Griekse stadstaat is niet juist?
A
Een stadstaat is een stad met omliggend gebied.
B
Een stadstaat was in de Oudheid de belangrijkste stad in een staat.
C
Grieken noemden een stadstaat een polis.
D
Iedere stadstaat had zijn eigen wetten.

Slide 37 - Quiz