4.4 - Een nieuwe leider

H4 - Paragraaf 4
Een nieuwe leider
1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

H4 - Paragraaf 4
Een nieuwe leider

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

  • Uitleggen waarom veel mensen op Hitler stemden
  • Uitleggen hoe Hitler uiteindelijk in Duitsland alle macht kreeg


Slide 2 - Slide

Welk land werd als hoofdschuldige aangewezen in het Verdrag van Versailles?
A
België
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Rusland

Slide 3 - Quiz

Wat is geen punt uit de vrede van Versailles?
A
Duitsland kreeg de schuld van WOI
B
Duitsland werd uitgeroepen tot winnaar van WOI
C
Duitsland mocht maar een klein leger hebben
D
Duitsland moest herstelbetalingen doen

Slide 4 - Quiz

Waardoor kon de Duitse economie niet herstellen na WO I?
A
Duitsland had veel oorlogsschade
B
Duitsland moest herstelbetalingen betalen
C
Duitsland moest al zijn leningen terugbetalen
D
Duitsland had een weddenschap verloren

Slide 5 - Quiz

In welk jaar begon de economische crisis in de Verenigde Staten?
A
1918
B
1919
C
1929
D
1933

Slide 6 - Quiz

In 1929 hadden de Duitsers veel vertrouwen in de democratie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

4.4 Een nieuwe leider 
In 1933 kwam in Duitsland Hitler aan de macht. Hij maakte een einde aan de democratie en begon het land op een nieuwe oorlog voor te bereiden.

Hoe kreeg Hitler alle macht? Hoe kon hij Duitsland op een nieuwe oorlog voorbereiden?

Slide 8 - Slide

Adolf Hitler
  • Geboren in Oostenrijk 
  • Soldaat in het Duitse leger tijdens WO I
  • Teleurgesteld en om einde WO I 
  • Tegen het Verdrag van Versailles

Slide 9 - Slide

Kunstacademie
Hitler wilde vroeger helemaal geen dictator worden. Hij wilde graag naar de kunstacademie in Wenen. Helaas werd hij hiervoor afgewezen.
Schilderij gemaakt door Hitler

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

NSDAP
Hitler sluit zich aan de bij de NSDAP. Hij werd al snel de leider van deze partij. 
De aanhangers werd nazi's genoemd. 
De nazi's gaven van alles wat fout ging de joden en communisten de schuld.
Met dit soort verkiezingsposters probeerden de nazi's met verkiezingen veel stemmen te krijgen. 

Slide 12 - Slide

NSDAP
1. Het verdrag van Versailles opzeggen.
2. Duitsland economisch en militair weer een sterk land maken.
3. Alleen maar echte Duitsers in Duitsland . 
4. Alle Duitssprekende mensen in 1 land (Heim ins Reich). 
5. Het land moet 1 leider hebben. 

Slide 13 - Slide

Crisis in Duitsland
Hitler profiteert van de wanhoop van het volk:

  • Belooft werkgelegenheid
  • Duitsland weer sterk en trots!
  • Weg met het Verdrag  v. Versailles! (met name herstelbetalingen!!)
 

Slide 14 - Slide

Crisis
  • Hoge werkloosheid in Duitsland
  • Zwakke democractie
  • Dreiging van het communisme
  • Duitsers wilde een sterke leider
  • Fascisme
  • Antisemitisme (Jodenhaat)
  • Propaganda

Slide 15 - Slide

Maken
Opdracht 1 t/m 4

Slide 16 - Slide

Propaganda onder Hitler

Slide 17 - Slide

Antisemtische propagada
Triumph des Willens

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Fascisme 
  • Fascisme is tegen: vooral dingen die 'vreemd' zijn en tegen andere culturen.

  • Fascisme is anti-democratisch

  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)


  • Het fascisme verheerlijkt geweld en militair vertoon.

Slide 20 - Slide

Nationaal-socialisme
Hitler voegt één ding toe aan het fascisme: rascisme/ antisemitisme (jodenhaat). 
Het fascisme + de racistische ideeën van Hitler noemen we het nationaal-socialisme

Slide 21 - Slide

Van welke politieke partij werd Hitler lid?
A
PVDA
B
CPN
C
NSDAP
D
D66

Slide 22 - Quiz

De nazi's waren een voorstander van democratie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Hitler wilde het verdrag van Versailles opzeggen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Maken
Opdracht 5 

Bladzijde 105

Slide 25 - Slide

Verkiezingen
In 1933 wordt Hitler gekozen tot minister-president.
Hitler wil niet samenwerken met andere partijen.
De nazi's willen alle macht.

Slide 26 - Slide

Rijksdag in brand
Op een nacht wordt het Rijksdaggebouw in brand gestoken.
Hitler geeft communisten de schuld.
Door Machtigingswet krijgt Hitler alle macht in handen.
De nazi's staken de Reichstag, het Duitse regeringsgebouw in de brand. Ze gaven de schuld aan de communisten en wilden nieuwe verkiezingen.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Dictatuur
Hitler schaft de democratie af. 
Duitsland wordt een dictatuur.
Mensen kunnen niet meer zeggen en denken wat ze willen.

De democratie werd afgeschaft, Duitsland veranderde in 1933 in een dictatuur. In een dictatuur heeft 1 persoon alle macht.

Slide 29 - Slide

Maken
Opdracht 5 en 6

Bladzijde 106

Slide 30 - Slide

Op weg naar een nieuwe oorlog
Werklozen krijgen werk in wapenfabrieken en het leger.
Er worden veel wegen aangelegd.
Werkloosheid daalt. 
Eigenlijke doel: voorbereiden op een oorlog.

Slide 31 - Slide

Lebensraum
  • Hitler wilde weer een groot en machtig Duitsland
  • Meer ruimte voor Duitsland (Lebensraum)
  • Gebieden van Polen en Rusland

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Wat is propaganda?
A
Jezelf slecht afbeelden en de ander niet
B
Reclame maken voor jezelf
C
Jezelf goed afbeelden en de anderen slecht
D
Een soort verkiezingsposter.

Slide 35 - Quiz

Wat staken de nazi's in 1933 in brand?
A
De Hitlerbunker
B
Het Witte Huis
C
De Eiffeltoren
D
De Reichstag

Slide 36 - Quiz

In welk jaar greep Hitler de macht?
A
1919
B
1930
C
1933
D
1938

Slide 37 - Quiz

Wat is een dictatuur?
A
Dan regeert er iemand in zijn eentje
B
Dan is er sprake van meerdere partijen die regeren
C
Dan zijn er wel verkiezingen, maar staat de uitslag al vast
D
Dan regeren er twee personen

Slide 38 - Quiz

Hoe zorgde Hitler voor werkgelegenheid in Duitsland?
A
Mensen gingen koelkasten en tv's bouwen
B
Mensen ging snelwegen aanleggen en huizen bouwen
C
Mensen gingen wapens bouwen en snelwegen aanleggen
D
Mensen gingen het leger in en tv's bouwen

Slide 39 - Quiz

Maken
Opdracht 7 t/m 9

Bladzijde 107

Slide 40 - Slide