Natuur 6: les 4 Water

• Natuurkunde / Scheikunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Natuur 6

les 4: Water

Wat weet jij al over water?

Aan het einde van de les

- weet je dat het water op aarde is verdeeld over zout en en zoet     water.

- weet je dat water in 3 soorten voorkomt.

- kun je een korte waterkringloop beschrijven.

De kleur lichtblauw geeft water aan.

Zeewater is zout, 

al het andere water is zoet (rivieren, vijvers, kanalen, sloten, meren...)

de aarde, maar dan in 3d

filmpje

Uit hoeveel procent water bestaat de aarde?

1. 100%
2. 25%
3. 70%
4. Er is helemaal geen water op de aarde.

Water bestaat in 3 vormen:

                                                        als:

- vloeistof, water in de zee, in een fles, in een rivier, vijver....

- waterdamp; water is verdampt door warmte

- vaste stof; ijs, water is bevroren.

filmpje (tot 2.30 minuten)

De waterkringloop

De waterkringloop.
Waar komt het water van regen terecht?

1. Regenwater uit wolken komt in de grond of in water en stroomt terug naar de zee.
2. Regenwater verdampt meteen in de lucht.
3. Regenwater bevriest in de lucht en wordt ijs.
4. Regenwater komt in onze kranen.

De waterkringloop

1.  Water uit de zee verdampt. (waterdamp)

2. Waterdamp maakt wolken.

3. Uit de wolken valt regen.

4. De regen valt in rivieren.

5. Rivieren stromen weer naar de zee toe.

doen!

De tekst en vragen op bladzijde 8 en 9 uit je boek.

We maken ze samen.

Wat moet je onthouden?

Welke 2 soorten water zijn er?
hint: denk aan de zee en een rivier...

Hoe heet de weg die water uit de zee steeds maakt in de natuur?

Welke vorm heeft water dat je kunt drinken of waar je in kunt zwemmen?

1. ijs
2. vloeistof
3. damp
4. huh?

Hoe noem je water dat is bevroren?

1. damp
2. vloeistof
3. ijs
4. koud

Waarom is zeewater zout?

1. Zeewater is niet zout.
2. mensen gooien zout in de zee.
3. Dat weet ik niet.
4. In de bodem van de zee zit zout en zout kan niet verdampen.

vraag 7 uit je boek.

Dieren die in zout water leven:

(in de zee dus)

 - walvis

- zeehond

- oester

- haring

- haai

- tonijn

Dieren die in zoet water leven:

(niet in de zee)

- snoek

- kikker

- goudvis

- salamander

- nijlpaard

- alligator (krokodil)