BS 3: kruisingen

1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk!! 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

BS 3: Kruisingen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
- Kunnen jullie zelfstandig een kruisingsschema maken.
- Je kunt uitrekenen wat de kansen zijn dat een nakomeling een bepaald kenmerk krijgt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kruisingsschema 
  • tabel met alle mogelijke combinaties van allelen bij een kruising.
  • kun je voorspellen wat de kans is dat een nakomeling een bepaald fenotype krijgt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Afkortingen

De ouders geef je aan met          P 
1e generatie nakomelingen/ De kinderen van deze ouders       F1
2e generatie nakomelingen/ De kinderen van F1 generatie      F2 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Video Uitleg.
https://www.youtube.com/watch?v=1LDuwM8uwTU 

Je kan dit  linkje kopieren en op google plakken om te kijken!
Je mag je oordopjes gebruiken!

Slide 7 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=1LDuwM8uwTU 

Linkje filmpje 
Klaar met filmpje?
Herhaal alles nog een keer door middel van die volgende dias.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

STAP 1:  bedenk wat de fenotypen en genotypen van de ouders zijn.




P = AA x aa

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stap 2: Welke genen zitten in de geslachtscellen

Vrouwtje = zwart = AA           kan alleen A doorgeven
Mannetje = blond = aa            Kan alleen a doorgeven 


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stap 3: Welk geno en fenotype heeft de F1?





Dus: Alle labradors in F1 hebben genotype Aa en fenotype zwart. Andere mogelijkheden zijn er bij deze kruising niet.
A
A
a
Aa
Aa
a
Aa
Aa

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stap 4: Welk geno en fenotype heeft de F2?

Een van de dieren uit F1 kruisen met een dier met hetzelfde genotype. Dus 2 dieren met Aa!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

P
Geslachtscellen P
F1

Geslachtscellen F1

F2
AA                          x                         aa
  A                                                        a
                               Aa 
Aa                           x                         Aa
A of a                                         A of a


A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Percentage
          4  mogelijkheden voor het genotype van de 
nakomelingen in de F2:

• De kans dat een dier uit de 
F2 het genotype Aa heeft, is de helft of 50%.
• De kans op genotype AA is 25%.
• De kans op genotype aa is 25%.

Wat is de kans op een zwarte labrador?

Slide 14 - Slide

1/4 deel
Verhoudingen 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Maken tijdens de les!

Test jezelf 3.3 op Malmberg of in je boek (blz 115)
Aan het eind wordt dit samen nagekeken. 

KLAAR?
Maken Test Jezelf 3.2! (blz 107)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions