les 1 zakelijke correspondentie

Welkom 


                Zakelijke correspondentie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 


                Zakelijke correspondentie

Slide 1 - Slide

Correspondentie

Slide 2 - Mind map

Theorie zakelijke correspondentie 
Een verzoek om informatie kan zowel formeel als informeel zijn. 

De brief of e-mail heeft een inleiding, een kern en een slot. 


Slide 3 - Slide

Inleiding 
- Inleiding (bestaat uit één alinea)

Wat schrijf je in de inleiding?
Beschrijving van het onderwerp of de aanleiding van de brief of e-mail. 
Toelichting van waarom je informatie wilt hebben. 

Slide 4 - Slide

Kern (twee of drie alinea's)  
Wat schrijf je in de kern (het middenstuk)?

Wat je precies wilt weten.
Eventueel een beschrijving van wat je wilt ontvangen. 

Slide 5 - Slide

Slot (één alinea) 
Wat schrijf je in het slot? 

 Omschrijving van wat er van de lezer verwacht wordt en/ of wat de lezer kan verwachten. 

Dankwoord 

Slide 6 - Slide

Voorbeeldbrief 

Wat valt je op? 

Slide 7 - Slide

Format verzoek om informatie 

Slide 8 - Slide

Bij een verzoek om informatie bestaat de brief of e-mail uit:
A
een inleiding
B
een kern
C
een inleiding en een kern
D
een inleiding, kern en slot

Slide 9 - Quiz

De beschrijving van het onderwerp of de aanleiding van de brief of e-mail vind je in:
A
de inleiding
B
de kern
C
het slot

Slide 10 - Quiz

Welk adres en datum hebben de juiste vorm?
A
Nijmegen, 24-01-2015.
B
Nijmegen, 24 jan. 2015.
C
Os, 24 Januari 2015.
D
Os, 24 januari 2015.

Slide 11 - Quiz

Welke aanhef van een zakelijke brief is goed gespeld?
A
Geachte mevr. van Gangelen,
B
Geachte Mevr. van Gangelen,
C
Geachte mevrouw van Gangelen,
D
Geachte mevrouw Van Gangelen,

Slide 12 - Quiz

Wat is een goed omschreven onderwerp bij een klachtenbrief?
A
Klacht begeleiding les.
B
Klacht ingediend.
C
Begeleiding les slecht.

Slide 13 - Quiz

Het dankwoord schrijf je in:
A
de inleiding
B
de kern
C
het slot

Slide 14 - Quiz

De kern bestaat uit maximaal 1 alinea.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Opdracht (inleveren via Teams)

Slide 16 - Slide

Afsluiting les 

Slide 17 - Slide

Opdracht (inleveren via Teams)

Slide 18 - Slide