Toets Bijbel( boekje)

Toets Bijbel
Deze toets bestaat uit 2 onderdelen:
1- Een lessonup gedeelte.
2- Een schriftelijk gedeelte, waarbij je teksten moet opzoeken in de Bijbel.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toets Bijbel
Deze toets bestaat uit 2 onderdelen:
1- Een lessonup gedeelte.
2- Een schriftelijk gedeelte, waarbij je teksten moet opzoeken in de Bijbel.

Slide 1 - Slide

Waarvan wordt perkament gemaakt?
A
de huid van een geit of schaap
B
een mengsel van klei en cement
C
heel dun hout

Slide 2 - Quiz

Wanneer werden de boeken van de Bijbel geschreven?
A
Tussen 50 en 100 voor Christus
B
Tussen 1000 en 100 voor Christus
C
Tussen 1000 voor Christus en 100 na Christus

Slide 3 - Quiz

In welke taal is het Oude Testament geschreven?
A
Grieks
B
Egyptisch
C
Hebreeuws

Slide 4 - Quiz

In welke taal is het Nieuwe Testament geschreven?
A
Egyptisch
B
Grieks
C
Hebreeuws

Slide 5 - Quiz

Waar zijn de oudste rollen met Bijbelteksten gevonden?
A
In Bethlehem
B
Bij de Middellandse Zee
C
Bij de Dode Zee

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het woord Tora?
A
Onderwijzing
B
Verhaal
C
Voorbeeld

Slide 7 - Quiz

Uit welk deel van de Tenach komt de volgende zin: "Je zult niet stelen".
A
Tora
B
Nebiim
C
Chetoebim

Slide 8 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van een profeet in de Bijbel?
A
Het volk herinneren aan de geboden van de Tora
B
Rechtspreken
C
Toekomst voorspellen

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het woord Evangelie letterlijk?
A
Geboorte
B
Blijde boodschap
C
Slecht bericht

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de namen van de vier evangelisten?
A
Johannes, Lucas, Matteüs en Paulus
B
Johannes, Marcus, Matteüs en Paulus
C
Lucas, Marcus, Matteüs en Johannes

Slide 11 - Quiz

Wie zijn de hoofdpersonen in het boek Handelingen?
A
Jezus en Matteüs
B
Johannes en Marcus
C
Paulus en Petrus

Slide 12 - Quiz

Hoe wordt het boek Apocalyps ook genoemd en waarom?
A
Brieven, omdat de teksten als rondzendbrieven zijn geschreven
B
Openbaring, omdat het onthult wat nog verborgen is
C
Goed nieuws, omdat Jezus mensen blij maakte

Slide 13 - Quiz

Noem drie soorten materialen waarop men in de oudheid schreef.

Slide 14 - Open question

De Bijbel is net een bibliotheek. Leg uit waarom.

Slide 15 - Open question

In welke taal is het OT geschreven? Noem 2 belangrijke kenmerken van die taal

Slide 16 - Open question

A: Uit hoeveel boeken bestaat de hele Bijbel?
B: Uit hoeveel boeken bestaat het tweede deel van de Bijbel?

Slide 17 - Open question

In welke periode zijn de boeken uit het eerste deel van de Bijbel geschreven?

Slide 18 - Open question

Hoe noem je de twee delen van de Bijbel?

Slide 19 - Open question

Wat betekent het woord Testament?

Slide 20 - Open question

Hoe noemen de joden hun verzameling heilige boeken? Leg uit.

Slide 21 - Open question

Schrijf op hoe je de volgende afkorting precies moet uitspreken: Luc. 15:11-32

Slide 22 - Open question

Noem de 4 delen waarin het Nieuwe Testament is verdeeld.( denk aan EHBO)

Slide 23 - Open question

Zoek Joh.3:16 op en schrijf de hele tekst op:
www.debijbel.nl

Slide 24 - Open question

Wie schreef de meeste brieven?
A
Lucas
B
Matteüs
C
Paulus

Slide 25 - Quiz

Wat betekent 'evangelie'?
A
Letterlijk: 'goed nieuws' en bijbelboek over het leven van Jezus.
B
Slecht nieuws
C
Bijbelboek over Mozes
D
Oude Testament

Slide 26 - Quiz

Waar gaat het boek Openbaring over?
A
Over de Apostelen
B
Over de toekomst.
C
Over Paulus
D
Over Jezus en zijn leven.

Slide 27 - Quiz

Oude Testament
Nieuwe Testament
Schepping
Aartsvaders
Koningen van Israël 
leven van Jezus 
Profeten 
Brieven van leerlingen van Jezus 

Slide 28 - Drag question

Filmvragen: The Prince of Egypte 

Slide 29 - Slide


A

Slide 30 - Quiz


Slide 31 - Open question

Welk cijfer ga je halen?
Waarom juist dat cijfer?

Slide 32 - Open question

Welk woord hoort in het onderstaande rijtje niet thuis?
A
Groot Nieuws Bijbel
B
Kinderbijbel
C
Nieuwe Vertaling

Slide 33 - Quiz

Welke BIjbelvertaling is het oudste?
A
Groot Nieuws Bijbel
B
Statenvertaling
C
Nieuwe Vertaling

Slide 34 - Quiz

Uit welk deel van de Tenach komt de volgende zin: "Luister naar de Heer, jullie ongelovigen"
A
Tora
B
Nebiim
C
Chetoebim

Slide 35 - Quiz

Uit welk deel van de Tenach komt de volgende zin: " Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in".
A
Tora
B
Nebiim
C
Chetoebim

Slide 36 - Quiz

Welk evangelie heeft het symbool van een leeuw?
A
Matteüs
B
Marcus
C
Lucas
D
Johannes

Slide 37 - Quiz