HV3 H6 Markten - Les 7 (6.33- 6.35)

Hoofdstuk 6.2 - De arbeidsmarkt - arbeidsproductiviteit

Opdracht 6.33 t/m 6.35
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6.2 - De arbeidsmarkt - arbeidsproductiviteit

Opdracht 6.33 t/m 6.35

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 
Na deze les kun je...
  • benoemen welke 5 groepen we rekenen tot flexwerkers
  • voor- en nadelen benoemen van flexwerken

Slide 2 - Slide

Vorige week
  • arbeidsproductiviteit
  • werkloosheidspercentage

Slide 3 - Slide

Arbeidsproductiviteit
is de productie(-waarde) per persoon in een bepaalde periode. 

Arbeidsproductiviteit = 
productie(-waarde) 
  werkgelegenheid
van alle gemaakte producten en diensten

Slide 4 - Slide

In Nederland worden 10 miljoen mensen tot de werkgelegenheid
gerekend. De arbeidsproductiviteit per persoon is € 35.000.

Bereken de productiewaarde van Nederland
timer
2:00

Slide 5 - Open question

Uitleg
In Nederland worden 10 miljoen mensen tot de werkgelegenheid gerekend. De arbeidsproductiviteit per persoon is € 35.000.

Bereken de productiewaarde van Nederland

10.000.000 x € 35.000 = 350.000.000.000 = 350 miljard 

Slide 6 - Slide

In Nederland is arbeidsproductiviteit per persoon is € 35.000. De
beroepsbevolking bedraagt 10 miljoen personen. 10% is werkloos.
Hoeveel moet de productiewaarde van Nederland stijgen zodat
er geen werkloosheid meer is.
Bereken de productiewaarde van Nederland
timer
3:00

Slide 7 - Open question

Uitleg
In Nederland is arbeidsproductiviteit per persoon is € 35.000. De
beroepsbevolking bedraagt 10 miljoen personen. 10% is werkloos.  Hoeveel moet de productiewaarde van Nederland stijgen zodat er geen werkloosheid meer is? 

stap 1: werkloos is 0,1 x 10.000.000 = 1.000.000
stap 2: benodigde stijging productiewaarde = 1.000.000 x € 35.000 = € 35.000.000.000 = 35 miljard

Slide 8 - Slide

Flexwerkers
  • vaste contracten zonder vast aantal uren 
  • tijdelijke contracten
  • mensen die via een uitzendbureau werken
  • oproep- en invalkrachten 
  • ZZP'ers

Slide 9 - Slide

Noem één voordeel en één nadeel van
flexwerken voor jou als persoon
timer
2:00

Slide 10 - Open question

Voor- en nadelen flexwerk
+ makkelijker te combineren met studie 
+ vrijheid
- geen zekerheid inkomen 

Slide 11 - Slide

Opdracht 6.34 A

Slide 12 - Open question

Uitleg 6.34 A
(nieuw - oud)/oud x 100% 

(5,2 - 5,6)/ 5,6 x 100% =  - 7,14% 

Slide 13 - Slide

Opdracht 6.34 B

Slide 14 - Open question

Uitleg 6.34 B
(nieuw - oud)/oud x 100% 

(1,8 - 1,5)/ 1,5 x 100% =  20% 

Slide 15 - Slide

Ik wil vrijdag extra les over het oplossen van vraag- en aanbodvergelijkingen
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Huiswerk
Opgaven af t/m 6.33
Vrijdag: bouwsteen 6.1 maken in groepjes 


Slide 17 - Slide