De Spanjaarden zagen dat de inheemse bevolking in Amerika anders leefden. Sommige volken leefde nog als jagers-verzamelaars, andere volken hadden een ontwikkelde cultuur: zoals Maya's, Azteken en Indica's. In het rijk van de Azteken (het huidige Mexico) woonden zo'n 20 miljoen mensen, Spanje had er toen maar 9 miljoen. Ze kenden geen plekken die zo groot waren met zoveel inwoners.