Levend wie is het? en andere spellen

Levend wie is het? en andere spellen

Log in op deze les, pak ook je boek 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Levend wie is het? en andere spellen

Log in op deze les, pak ook je boek 

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
We doen een aantal oefeningen en spellen waarin personen beschreven moeten worden. 

het werkwoord tragen - trägt
ich habe an ..... er oder sie hat an
er oder sie trägt

Slide 2 - Slide

übersetze: Hij draagt een broek.
A
Er trägt eine Hose
B
Er traagt eine Pullover
C
Sie trägt ein Hose
D
Es traagt ein Bruch.

Slide 3 - Quiz

übersetze: Zij heeft een bril
A
Es habt eine Brille
B
Sie hat eine Brille
C
Sie hat ein Bril
D
Sie hast Gläser

Slide 4 - Quiz

Die Farben (de kleuren)
Je kunt ook kleuren gebruiken
om kleding, haar en ogen
te beschrijven. 
Hier zie je een afbeelding met 
de belangrijkste kleuren. 

Slide 5 - Slide

übersetze: Zij heeft zwarte haren.

Slide 6 - Open question

übersetze: Hij of zij heeft blauwe schoenen aan.

Slide 7 - Open question

Aufgabe 8 Seite 70
Ihr bekommt alle eine Karte mit einem Name

Ihr beschreibt die Person, zuerst in deinem Heft, danach auch mündlich in der Klasse. 
Wir raten wer es ist. (er moeten eerst 3 zinnen gezegd worden voordat we gaan raden) 
We hebben eerst iedereen laten voorlezen en daarna geraden wie jou beschreven heeft. Het was niet overal duidelijk

Slide 8 - Slide

Aufgabe 41 Seite 88
Wer bin ich? (eventueel 2 groepjes van 4)
Alle namen van de spelers staan op een post-it
Je krijgt de naam van een van de klasgenoten op je hoofd geplakt. 
Vraag hoe je er uit ziet: .......................................
Iedereen geeft 1 omschrijving
De speler raadt wie hij is

Slide 9 - Slide

Aufgabe 41 Seite 88
Wer bin ich? (eventueel 2 groepjes van 4)
Alle namen van de spelers staan op een post-it
Je krijgt de naam van een van de klasgenoten op je hoofd geplakt. Vraag hoe je er uit ziet: ....................................... deze vraag waren we vergeten
Iedereen geeft 1 omschrijving.De speler raadt wie hij is. 
we hebben ook docenten gespeeld.

Slide 10 - Slide