Je kunt de vier belangrijkste leenmotieven noemen en herkennen.
Je kunt de kredietkosten van een lening berekenen.
Je kunt de drie meest voorkomende kredietvormen noemen en herkennen.
Je kunt uitleggen hoe een koop op afbetaling werkt.
1 / 8
next
Slide 1: Slide
economieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
3.3
Je kunt de vier belangrijkste leenmotieven noemen en herkennen.
Je kunt de kredietkosten van een lening berekenen.
Je kunt de drie meest voorkomende kredietvormen noemen en herkennen.
Je kunt uitleggen hoe een koop op afbetaling werkt.
Slide 1 - Slide
Noem twee leenmotieven
Slide 2 - Open question
Hoe noem je het terugbetalen van een lening?
A
Rente
B
Behoefte
C
Aflossen
D
Krediet
Slide 3 - Quiz
Je betaalt deze lening terug in een vast aantal maandtermijnen. De rente en de maantermijnen zijn elke maand hetzelfde.
A
persoonlijke lening
B
doorlopend krediet
C
salariskrediet
Slide 4 - Quiz
Je leent € 3.000 en betaalt je lening in 24 maandtermijnen van € 132 terug. Bereken de kredietkosten. (Tip bereken eerst hoeveel je in totaal betaalt)
Slide 5 - Open question
Op je betaalrekening mag je tot een afgesproken bedrag rood staan.
A
persoonlijke lening
B
doorlopend krediet
C
salariskrediet
Slide 6 - Quiz
Je mag lenen tot een bepaald bedrag. Dat is de kredietlimiet. Je betaalt terug in maandtermijnen. Afgelost geld mag je opnieuw lenen, zolang je onder de kredietlimiet blijft.
A
persoonlijke lening
B
doorlopend krediet
C
salariskrediet
Slide 7 - Quiz
Duurdere producten, zoals een laptop of een tv, kun je vaak in maandtermijnen betalen. Hoe noem je dit?