Kennismaking

Welkom
1mb
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
1mb

Slide 1 - Slide

10 minuten lezen
Op het bord zie je de timer.

Leest er iemand niet?
De timer start opnieuw!

Veel plezier!
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Doel
Aan het einde van de les:
Heb je alle werkwoordspelling herhaald.

Slide 3 - Slide

Stam en ik-vorm
Hele werkwoord
Stam
Ik-vorm
lopen
lop
loop
vinden
vind
vind
schrijven
schrijv
schrijf
bakken
bakk
bak
lezen
lez
lees
wandelen
wandel
wandel

Slide 4 - Slide

Tegenwoordige tijd
Ik --> Ik-vorm
Enkelvoud --> Ik-vorm + t
Meervoud --> hele werkwoord
Let op!
Vind je Nederlands een leuk vak?
Vindt je broer Nederlands een leuk vak?

Slide 5 - Slide

Wij (lopen) naar school
A
lopen
B
loopt
C
loop
D
lop

Slide 6 - Quiz

Ik (gaan) naar school lopen.
A
gaan
B
ga
C
gaat
D
gaa

Slide 7 - Quiz

(Worden) jij er vaak uitgestuurd?
A
Worden
B
Word
C
Wordt

Slide 8 - Quiz

(Worden) je broers er vaak uitgestuurd?
A
Worden
B
Wordt
C
Word

Slide 9 - Quiz

Verleden tijd
Sterke werkwoorden: uit je hoofd leren.

Zwakke werkwoorden --> laatste letter stam:
Wel in 't taxikofschip --> +te(n)
Niet in 't taxikofschip --> +de(n)

Slide 10 - Slide

Wij (wandelen) gisteren in het bos.
A
wandelden
B
wandelten
C
wandelde
D
wandelte

Slide 11 - Quiz

Hij (verhuizen) vorig jaar naar Apeldoorn.
A
verhuisden
B
verhuisten
C
verhuisde
D
verhuiste

Slide 12 - Quiz

Ik (worden) er gisteren nog uitgestuurd!
A
werden
B
werd
C
wordt
D
word

Slide 13 - Quiz

We (zijn) vorig jaar op vakantie.
A
werden
B
waren
C
waaren
D
zijn

Slide 14 - Quiz

Voltooid deelwoord
Er staat altijd een hulpwerkwoord in de zin (hebben, zijn of worden).

Houd de regels aan van de verleden tijd.

Slide 15 - Slide

Hij is vorig jaar (verhuizen).
A
verhuizen
B
verhuist
C
verhuisd
D
verhuis

Slide 16 - Quiz

Wij hebben in het bos (wandelen).
A
wandelden
B
wandelde
C
gewandeld
D
gewandelt

Slide 17 - Quiz

Hij (verhuizen) volgend jaar naar Amsterdam.
A
verhuizen
B
verhuiz
C
verhuisd
D
verhuist

Slide 18 - Quiz

Zelfstandig werken
  • Maak opdracht 17 en 18 op blz. 137 en opdracht 22 en 23 op blz. 189.
  • Je mag fluisterend overleggen met 
je buurman/buurvrouw.
  • Kijk je opdrachten ook na.

Slide 19 - Slide