Neue Kontakte Kapitel 1 havo 3 toetsstof herhaling

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wiederholung Kapitel 1

Üben für den Test

het meer

1. der See
2. der see
3. das Meer
4. das meer

het eiland

1. der Insel
2. die Insel
3. das Insel
4. der insel

in februari

de zon schijnt

die Auswirkung

1. het effect
2. de opwekking
3. de ontwaking
4. de herinnering

die Begeisterung

1. de begroeting
2. het begin
3. de benoeming
4. het enthousiasme

der Klimawandel

ich

du

er/sie/es

wir

ihr 

sie/Sie

werde

wirst

wird

werden

werdet

werden

er (werden)

1. er wirt
2. er werdet
3. er wird

du (werden)

1. du wirdst
2. du werdst
3. du werdest
4. du wirst

Bald _______ ich Tante (word)

(hebben)________ (tt)Sie Kinder, Frau Schröder?

(zijn) ________ (tt)deine Brüder (mv) hübsch?

Nächste Woche ________ (zal) es stark regnen.

Mark ________ (hebben)(tt) viele Freunde.

(hebben)_______ ihr keine Lust zu zelten?

Es (zijn) ______ (vt)gestern kälter als letzte Woche.

(hebben) ____________(vt) du nicht im März Geburtstag?

ich

du

er/sie/es/man

wir

ihr

sie/Sie

hatte

war

warst

hattest

waren

hatten

hattet

wart

Bij Frankfurt is het landschap heuvelachtig.

In Duitsland zijn er veel rivieren en meren.

Ik kan haben en sein in de tegenwoordige tijd vervoegen.

heel goed

goed

een beetje

ik moet er nog goed voor leren

Ik kan haben en sein in de verleden tijd vervoegen.

heel goed

goed

een beetje

ik moet er nog goed voor leren

Ik kan werden in de tegenwoordige tijd vervoegen.

heel goed

goed

een beetje

ik moet er nog goed voor leren

Ik ken de woorden van Kapitel 1 van Nederlands naar Duits.

heel goed

goed

een beetje

ik moet er nog goed voor leren

Ik ken de woorden van Kapitel 1 van Duits naar Nederlands.

heel goed

goed

een beetje

ik moet er nog goed voor leren

Ik ken de Sprachmittel van Kapitel 1 en kan er zinnen mee maken.

heel goed

goed

een beetje

ik moet er nog goed voor leren