voorbereiden toetsweek

Welkom
Ga rustig zitten.
Telefoon ligt in je kluisje.

Pak een pen/potlood
en zet je tas op de grond.


1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten.
Telefoon ligt in je kluisje.

Pak een pen/potlood
en zet je tas op de grond.


Slide 1 - Slide

tekst 1
Streetart & Graffiti
  • Lees de tekst in duo's.
  • Maak een woordweb van de tekst.
opdracht

Slide 2 - Slide

tekst 1


Streetart & Graffiti
woordweb

Slide 3 - Slide

Wat is street art?
A
Kunst die alleen in musea hangt.
B
Kunst die je op straat kunt zien.
C
Kunst die alleen met verf wordt gemaakt.
D
Kunst die alleen door beroemde kunstenaars wordt gemaakt.

Slide 4 - Quiz

Waarom maken street artists hun kunst op straat?
A
. Omdat ze geen geld hebben voor een museum.
B
Omdat ze hun kunst geheim willen houden.
C
Omdat ze willen dat iedereen het kan zien.
D
Omdat ze geen toestemming nodig hebben.

Slide 5 - Quiz

Welke zin is niet waar?
A
Ze willen kunst maken.
B
Ze willen de straat mooier maken.
C
Ze willen een boodschap meegeven.
D
Ze willen iets doen dat niet mag.

Slide 6 - Quiz

Wat is graffiti?
A
Hetzelfde als streetart.
B
Je naam schrijven op een muur.
C
Verven op een muur.
D
Een muur versieren met tekeningen.

Slide 7 - Quiz

Welke zin bevat een signaalwoord van een tegenstelling?
A
Street art is kunst op straat.
B
Street artists gebruiken sjablonen.
C
Street art is echter een plaatje of idee.
D
Street art is populair in steden.

Slide 8 - Quiz

Waar verwijst het woord 'ze' naar in de zin: 'Ze gebruiken de straat als hun museum'?
A
de mensen op straat
B
de gebouwen
C
de street artists
D
de posters

Slide 9 - Quiz

Waar verwijst het woord 'die' naar: 'Soms zie je ook beelden of installaties op straat die bij street art horen'?
A
de straat
B
de installaties
C
de posters
D
de beelden en installaties

Slide 10 - Quiz