Quiz - Wat weet ik nog?

27-01-2022
Quiz - Wat weet ik nog?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

27-01-2022
Quiz - Wat weet ik nog?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat moet je wel doen als iemand zich verslikt?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Vandaag een quiz om te checken wat jullie weten.

- Groepjes van 3
- Hand op steken indien nodig (dus niet schreeuwen door het lokaal) / 1 vaste spreker per groep
- Pen en papier
- 20 vragen
- 1 minuut per vraag

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1. Wat doe je het eerst bij een oppervlakkige
verbranding van de huid?
A. 112 bellen voor een ambulance
B. Kleding verwijderen
C. Lauw water over de wond laten stromen voor 10-20 minuten.
D. 112 bellen voor de brandweer

Slide 5 - Drag question

Een eerstegraads brandwond kun je goed zelf behandelen. Laat 10 minuten lang het water over de wond stromen.
Vraag 2. Waarom ligt hier een theedoek op tafel?
A. Ze heeft net afgewassen
B. De wond op het been komt door een gebroken kopje
C. Ze gebruikt die theedoek als verband voor de wond
D. Ze gebruikt de theedoek om op de wond te drukken

Slide 6 - Drag question

Bij een grote wond geef je druk op de wond. Gebruik daarvoor een schone doek.
Vraag 3. Wat is niet geschikt om te koelen bij letsel aan botten of spieren? 
A. Coldpack               B. Stromend water    C. IJs op de huid      D. Zak met erwten
                                                                                                       in een theedoek 

Slide 7 - Drag question

Koude dingen gebruik je niet direct op de huid. Wikkel er altijd een (thee)doek omheen.
Vraag 4. Wat kan een teken zijn dat iemand een beroerte heeft?
A. Scheel kijken
B. Hoofdpijn
C. Buikpijn
D. Een scheve mond

Slide 8 - Drag question

Weet je nog? Mond-spraak-arm, beroerte-alarm. Bel 112. Als je een beroerte herkent, kun je een leven redden.
Vraag 5. Bij de beet van welk beestje moet je een pincet of speciaal tangetje gebruiken?
A. Wesp                       B. Mug                      C. Teek                     D. Spin 

Slide 9 - Drag question

Een teek moet je verwijderen met een tangetje of pincet. Houd de plek waar de teek zat goed in de gaten. Komt er een rode kring omheen, ga dan naar de dokter!
Vraag 6. Wat kun je met een kussen of jas doen bij een gebroken bot? 
A. Een gebroken been ondersteunen
B. De wond afdekken
C. Het hoofd van het slachtoffer ondersteunen, zodat hij lekker ligt. 
D. Een zachte plek om te zitten maken, zodat het slachtoffer lekker zit. 

Slide 10 - Drag question

Bij een gebroken bot is het belangrijk dat het lichaamsdeel niet beweegt. Een been kun je ondersteunen met een tas of jas. Een gebroken arm kan het slachtoffer het beste zelf vasthouden.
Vraag 7. Waarom is het belangrijk dat een slachtoffer na een val op het hoofd niet beweegt?
A. Er is misschien iets gebroken
B. Het slachtoffer kan daardoor verlamd raken
C. Er moet eerst een foto worden gemaakt in het ziekenhuis
D. Hij kan daardoor hoofdpijn krijgen

Slide 11 - Drag question

Bij een val kan een nekwervel beschadigd zijn. Of de zenuw die door de ruggengraat loopt. Om meer schade te voorkomen, is het belangrijk dat het slachtoffer zo stil mogelijk ligt. Help eventueel door het hoofd stil te houden.
Vraag 8. Wat gaat er mis 
bij een verslikking?  
A. Een stukje eten sluit je luchtpijp af
B. Een stukje eten sluit je slokdarm af
C. Een stukje eten blijf aan je tong kleven
D. Een stukje eten is te groot om door te slikken

Slide 12 - Drag question

Bij een verslikking sla je op de rug van het slachtoffer. Of je doet de heimlich-greep. Deze handeling kun je leren van een Rode Kruis instructeur in de echte EHBO cursus. 
Vraag 9. Wat doe je NIET als er een ongeluk gebeurd is?
Zorgen dat je zelf veilig bent.
Meteen naar het slachtoffer rennen.
112 bellen.
EHBO geven.

Slide 13 - Drag question

Zorg altijd voor je eigen veiligheid. Ren dus niet meteen naar een slachtoffer, maar kijk eerst of het veilig is.
Vraag 10. Een kind heeft een bloedneus. Wat doe jij? Zet in de goede volgorde: 

1
2
3
4
Veeg het bloed weg.
Het kind knijpt in het zachte deel van de neus. 
Laat het kind voorover buigen.
Het kind knijpt ongeveer 10 minuten de neus dicht. 

Slide 14 - Drag question

Als de bloedneus na 5 minuten nog niet over is, kun je nog eens 5 minuten de neus dichtknijpen. Blijft het bloeden, ga dan naar de dokter.
Vraag 11. Wat zit niet in de EHBO-koffer, maar heb je wel nodig bij ongelukken? 
A. Verband             B. Pleisters            C. Schaar               D. Coldpack

Slide 15 - Drag question

Het coldpack ligt altijd in de diepvries. Klaar voor gebruik!
Vraag 12. Wat kun je het beste doen bij een blaar op je voet die is opengegaan?
Een verband om je voet doen.
Twee sokken over elkaar aantrekken. 
Schoonmaken en een pleister plakken.
Met je been omhoog gaan zitten. 

Slide 16 - Drag question

Bij een open blaar is een pleister genoeg.
Vraag 13. Waar staat EHBO voor?

Slide 17 - Drag question

Bij een open blaar is een pleister genoeg.
Vraag 14. Wat zijn de 5 basisregels van EHBO?

Slide 18 - Drag question

Bij een open blaar is een pleister genoeg.
Bij het verlenen van eerste hulp gelden vijf basisregels:
1. Let op gevaar.
2. Ga na wat is er gebeurd en wat iemand mankeert.
3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.
4. Zorg voor professionele hulp.
5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vraag 15. Je laat een uitgepakt steriel gaasje vallen. Wat doe je? 
A. Oprapen en doorgaan met verbinden
B. Je pakt een nieuw verpakte gaasje
C. Dan maar zonder steriel gaas verder gaan
D. Het gaasje afvegen en gewoon gebruiken

Slide 20 - Drag question

Bij een verslikking sla je op de rug van het slachtoffer. Of je doet de heimlich-greep. Deze handeling kun je leren van een Rode Kruis instructeur in de echte EHBO cursus. 
Vraag 16. Welk onderdeel zit niet aan een  snelverband?
A. Watten
B. Sluitpleister
C. Hydrofiel gaas
D. Hydrofiel zwachtel

Slide 21 - Drag question

Bij een verslikking sla je op de rug van het slachtoffer. Of je doet de heimlich-greep. Deze handeling kun je leren van een Rode Kruis instructeur in de echte EHBO cursus. 
Vraag 17. Wat hoeft er bij een melding aan het alarmnummer niet gemeld te worden?
A. De naam van de melder
B. De naam van het slachtoffer
C. Het aantal slachtoffers
D. Wat er is gebeurd

Slide 22 - Drag question

Bij een verslikking sla je op de rug van het slachtoffer. Of je doet de heimlich-greep. Deze handeling kun je leren van een Rode Kruis instructeur in de echte EHBO cursus. 
Vraag 18. Wat is het verschil tussen een open en gesloten botbreuk?
A. Bij een open botbreuk is er altijd een wond(je)
B. Bij een open botbreuk steekt het bot door de huid naar buiten
C. Een open botbreuk komt alleen voor bij de ledematen
D. en gesloten botbreuk dient altijd in het ziekenhuis behandeld te worden

Slide 23 - Drag question

Bij een verslikking sla je op de rug van het slachtoffer. Of je doet de heimlich-greep. Deze handeling kun je leren van een Rode Kruis instructeur in de echte EHBO cursus. 
Vraag 19. Wat is een AED?

Slide 24 - Drag question

Bij een verslikking sla je op de rug van het slachtoffer. Of je doet de heimlich-greep. Deze handeling kun je leren van een Rode Kruis instructeur in de echte EHBO cursus. 
AED
Een Automatische Externe Defibrillator (AED) is een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. Dit gebeurt door het geven van een elektrische schok.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions