Begrijpend lezen hst. 4 6-4-2021

Hoe was pasen?
1 / 11
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe was pasen?

Slide 1 - Mind map

22/4: begrijpend lezen hst. 1 t/m 6

Slide 2 - Slide

Feiten, meningen en argumenten
(Hst. 4, blz. 102)
Een feit kan je controleren of het waar is of niet. (objectief)

Een mening is wat iemand ergens van vind. (subjectief)
             Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening

Slide 3 - Slide

Een argument is altijd subjectief.
Eens
Oneens

Slide 4 - Poll

Waar kun je argumenten (op een bepaald standpunt) vinden die zijn gebaseerd op feiten.

Slide 5 - Mind map

Waar kun je argumenten (op een bepaald standpunt) vinden die zijn gebaseerd op meningen.

Slide 6 - Mind map

Argumenten
De schrijver neemt een standpunt in. Dit kan hij onderbouwen met argumenten
Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Maken opdr. 1, 2, 4, 5, 6
Blz. 102

Slide 10 - Slide

Ik kan feiten en meningen onderscheiden. Ik kan argumenten van standpunten onderscheiden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll