Watersnoodramp

Watersnoodramp
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Watersnoodramp

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat weet je eigenlijk van een watersnoodramp?

Slide 3 - Mind map

Tijdvak 4
Het onderwerp 'Watersnoodramp' is gesitueerd in tijdvak 4; 'het tijdvak van steden en staten'. 
Tijdvak 10
Het onderwerp watersnoodramp komt terug in tijdvak 10: Het tijdvak van Televisie en Computer.

Slide 4 - Slide

De Hoofdvraag: 
Wat is een watersnoodramp, en hoe zagen de watersnoodrampen in 1421 en 1953 eruit? 

Slide 5 - Slide

Deelvragen: 
Aan het einde van de les kan je..

1. Uitleggen hoe een stortvloed ontstaat
2.   2 aspecten noemen van hoe de Sint-Elisabethsvloed is ontstaan. 
3. Noemen welk gebied in Nederland in 1953 als eerst overstroomde. 
4. 2 gevolgen uitleggen van de watersnoodramp in Nederland in 1953. 
Wat doen we met deze leerdoelen?
Na het bekijken van het filmpje, het krijgen van de instructie en het maken van de opdrachten kun je deze vragen beantwoorden. 

Slide 6 - Slide

Watersnoodramp
Tijdens deze les Mens & Maatschappij gaan we kijken naar de aardrijkskundige kant van een watersnoodramp: Hoe ontstaat een watersnoodramp? 

Slide 7 - Slide

Hoe ontstaat een stormvloed? 
Bij een stormvloed is er veel wind boven de zee, de wind duwt het water omhoog en er ontstaat een golf. 
Normaal staat het water op een gemiddeld niveau, maar met een storm stijgt het water. 
Als het waterniveau te hoog wordt, kan er land overstromen.
De golf wordt steeds hoger als hij dichter bij het land komt. 

Slide 8 - Slide

St.Elisabethsvloed 1421

In november 1421 werd Zuid-Nederland geteistert door een zware storm aan de kust. Er ontstonden vele overstromingen met 2 oorzaken: 
1. Op dat moment was het vloed aan de kust, hierdoor was het zeeniveau erg hoog. 
2. Er was al een paar dagen extreem veel regenval geweest waardoor het waterniveau in de rivieren erg hoog was. 
De dijken waren erg slecht en konden het water dan ook niet tegenhouden. 
Er was nog geen sprake van bevolkingsregisters, het aantal slachtoffers is dus niet bekent, maar historici spreken over tienduizenden. 

St.Elisabethsvloed
In deze les over de watersnoodramp gaan we ook een stukje geschiedenis bekijken, dit doen we aan de hand van 2 voorbeelden.
De eerste ramp is de St.Elisabethsvloed in 1421. 

Slide 9 - Slide

Watersnoodramp 1953
De watersnoodramp van 1953
Het tweede geschiedenisonderdeel van deze les is de watersnoodramp in 1953, hier heb je vast al eens van gehoord. 

Slide 10 - Slide

De watersnoodramp van 1953
Deze watersnoodramp ontstond in januari 1953, volgens het KNMI (zoals je kon zien in het introfilmpje) was er extreem hoog water en hoge windkracht. 
De extreem harde wind duwt het water naar de kust richting Engeland en Nederland. In de nacht breken de dijken voor het eerst in Zuid-Holland en Noord-Brabant waarna het water een beetje zakt. 

In de middag is er opnieuw een enorme stormvloed, en wordt een groot deel van Nederland compleet verwoest. 

Slide 11 - Slide

De gevolgen in 1953

Het opgezweepte water laat een spoor van verwoesting achter...
Vele huizen storten in en complete dorpen worden weggevaagd. Mensen vluchten naar hooggelegen plekken, maar velen overleven het water niet..
Er vielen zo'n 1900 menselijke slachtoffers, zo'n 200.000 dieren komen om en 40.000 huizen worden verwoest. 

Slide 12 - Slide

Expertgroepjes
Wat gaan we doen? 
1. Je wordt ingedeeld in een groepje (groepjes van 4)
2.Je krijgt van de docent een vraag over de leerstof die je met je groepje gaat beantwoorden. (Je krijgt hier 8 minuten voor)
3. Als de tijd om is komt 1 persoon uit het groepje naar voren om het antwoord uit te leggen op de deelvraag (zo gaan we elk groepje langs) 
4. We bespreken de vragen en antwoorden klassikaal. 

Slide 13 - Slide

Wat weten jullie nog?
Na de opdracht van net gaan we een woordweb maken, wat weten jullie nog van de 2 rampen? 
Watersnoodramp 1421 en 1953

Slide 14 - Mind map

Herhaling van de lesdoelen: 
Aan het einde van de les kan je..
1. Uitleggen hoe een stortvloed ontstaat
2. 2 aspecten noemen van hoe de Sint-Elisabethsvloed is ontstaan.
3. Noemen welk gebied in Nederland in 1953 als eerst overstroomde.
4. 2 gevolgen uitleggen van de watersnoodramp in Nederland in 1953. 
Herhaling
Aan het begin van de les hebben we 4 lesdoelen besproken. Deze mag je nu voor jezelf gaan beantwoorden. Neem de antwoorden volgende les mee!

Slide 15 - Slide

Zijn er nog vragen over de les? 

Slide 16 - Slide