Weekwoorden 1C Europa
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vul d of t in:
bankbilje_
bankbilje_
Slide 2 - Open question
Vul d of t in:
win_richting
win_richting
Slide 3 - Open question
Vul d of t in:
joelen_
joelen_
Slide 4 - Open question
Vul d of t in:
gespier_
gespier_
Slide 5 - Open question
Schrijf woorden op
met -eeuw-.
met -eeuw-.
Slide 6 - Mind map
Schrijf woorden op
met -ieuw-
met -ieuw-
Slide 7 - Mind map
Schrijf woorden op
met -uw-
met -uw-
Slide 8 - Mind map
Welk weekwoord hoort bij:
buigen
buigen
Slide 9 - Open question
Welk weekwoord hoort bij:
trol
trol
Slide 10 - Open question
Welk weekwoord hoort bij:
aanvoeren
aanvoeren
Slide 11 - Open question
Welk weekwoord hoort bij:
nul
nul
Slide 12 - Open question
Welk weekwoord hoort bij:
samenwerken
samenwerken
Slide 13 - Open question
Welk weekwoord hoort bij:
komen
komen
Slide 14 - Open question
Welk weekwoord hoort bij:
pool
pool
