Introductie chapitre 2 (VWO3)

Chapitre 2   
Doel:
Ik kan vertellen over mijn vrije tijd.
H2 Je suis libre!
    
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Chapitre 2   
Doel:
Ik kan vertellen over mijn vrije tijd.
H2 Je suis libre!
    

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?
- Ik ga naar het restaurant.
- Wij zijn op school.
- Dat is de jurk van het meisje.
- Dat is de juf van de kinderen.

Slide 2 - Slide

Vertaal in het Frans:
Dat is de ingang van de school.

Slide 3 - Open question

Vertaal naar het Frans:
Ik ga naar het restaurant.

Slide 4 - Open question

Grammatica
"Ik kan de voorzetsels à (= in, naar, op, bij, ...) en de (= van) met een bepaald lidwoord gebruiken."

Slide 5 - Slide

à + lidwoord
Je suis à l'école.
Elle va à la mer.
Nous sommes au club de foot.
Vous allez souvent aux concerts?

1. Wat betekent het voorzetsel à? Gebruik bovenstaande zinnen.
2. Wat is volgens jou de grammaticale regel?

Slide 6 - Slide

à + lidwoord
1. Wat betekent het voorzetsel à? Gebruik bovenstaande zinnen.
in, op, bij, naar, ...

2. Wat is volgens jou de grammaticale regel?
à + la = à la (à la mer)
à + l' = à l' (à l'école)
à + le = au (au collège) !!
à + les = aux (aux magasins) !!

Slide 7 - Slide

Je vais _____ entrainement du foot.
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux

Slide 8 - Quiz

Après l'école, je vais _____ maison.
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux

Slide 9 - Quiz

de + lidwoord
C'est l'entrée de la maison.
C'est le patron de l'école.
C'est l'acteur du nouveau film.
C'est le chien des voisins.

1. Wat betekent het voorzetsel de? Gebruik bovenstaande zinnen.
2. Wat is volgens jou de grammaticale regel?

Slide 10 - Slide

de + lidwoord
1. Wat betekent het voorzetsel de? Gebruik bovenstaande zinnen.
van

2. Wat is volgens jou de grammaticale regel?
de + la = de la (l'ami de la fille)
de + l' = de l' (la réception de l'hôtel)
de + le = du (le menu du restaurant) !!
de + les = des (la couleur des voitures) !!

Slide 11 - Slide

Quelle est la couleur _____ chaussures?
A
du
B
de l'
C
de la
D
des

Slide 12 - Quiz

C'est le vélo ____ garçon.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 13 - Quiz

au - à l' - à la - aux - du - de l' - de la - des?

C'est la robe ____ fille.

Slide 14 - Open question

au - à l' - à la - aux - du - de l' - de la - des?

Je vais ____ cinéma avec mon ami.

Slide 15 - Open question

Au travail!
Exercices 15cd - 16ace (p. 68-70)

Fini? > apprendre vocabulaire A

Slide 16 - Slide