Cultuur is de verzamelnaam voor alle normen, waarden en gewoonten die mensen in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
wat is het doel van socialisatie?
A
de mens socialer maken
B
omgang in de maatschappij soepel laten verlopen
C
afstand creëren tussen de mensen
Slide 3 - Quiz
Geef een voorbeeld van waar je socialiseert.
A
Slide 4 - Quiz
nature is aangeleerd gedrag
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
wat is sociale controle?
A
social media speelt een grote rol in je leven
B
mensen in je omgeving dwingen je om je anders te gedragen
C
de overheid controleert jouw sociale leven.
D
mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt
Slide 6 - Quiz
hoe noem je aangeleerde normen en waarden die vanzelfsprekend gedrag zijn geworden?
A
sancties
B
internalisatie
C
sociale controle
Slide 7 - Quiz
wat is de definitie van identiteit?
Slide 8 - Open question
wat houdt roldoorbrekend gedrag in?
Slide 9 - Open question
hoe noem je de periode tussen de kindertijd en volwassenheid?
Slide 10 - Open question
Hoe noem je iemand die mensen met andere normen en waarden accepteert?
A
sociaal
B
asociaal
C
tolerant
D
abnormaal
Slide 11 - Quiz
Mieke draagt vaak dure kleding, omdat haar vriendinnen anders niet met haar om willen gaan. Welk begrip past hierbij?
A
puberteit
B
groepsdruk
C
sociale controle
Slide 12 - Quiz
Maak de volgende zin af: ''Een generatieconflict is..''
A
een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd
B
een meningsverschil van de vorige generatie
Slide 13 - Quiz
wat is het verschil tussen identificatie en groepsidentificatie?
Slide 14 - Open question
Noem drie redenen waarom jij je met iemand verbonden kan voelen.
Slide 15 - Open question
Het tegenovergestelde van socialisatie zijn bevolkingsgroepen die scherp tegenover elkaar staan, doordat de tegenstellingen de nadruk krijgen. Hoe noem je dit?
Slide 16 - Open question
Bindingen
Je afhankelijk van verschillende mensen. Er zijn vier verschillende soorten bindingen:
Economisch
Kennis
Gevoel
Politiek
Slide 17 - Slide
Economische binding: dit helpt je om te leven. Bijna alles wat je gebruikt is door anderen gemaakt. Je moet dit kopen met geld van ouders/werk.
Kennisbindingen: mensen die je iets leren, School, je ouders, vrienden.
Slide 18 - Slide
Gevoelsbinding: mensen met wie je een emotionele band hebt. Zonder hen ben je ongelukkig.
Politieke bindingen: afhankelijkheid van de overheid. Zij maken wetten en regelen je veiligheid en zorg.
Slide 19 - Slide
Sociale cohesie
Mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen. Hoe groter het wij gevoel des te sterker de sociale cohesie.