Les 7 VO3 Dossier Lezen afronden - Grammatica: Beknopte bijzin

Les 7 VO3
Goedemorgen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary Education

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 7 VO3
Goedemorgen

Slide 1 - Slide

Het woord van de dag

Slide 2 - Slide

Planning voor vandaag
10.05 - 10.30 Lezen: huiswerk & afronding dossier
10.30 - 10.40 Woordenschat
10.40 - 10.45 Pauze
10.45 - 11.10 - Grammatica - Beknopte bijzin
11.10 - 11.20 Verkiezingen in Nederland 
11.20 - 11.30 Black stories
11.30 - 11.35 Afsluiting en huiswerk

Slide 3 - Slide

Bespreken huiswerk
Actief lezen
  • Zwijgen is goud
  • Waar ging de tekst over?
  • Wat betekent dat spreekwoord?

Slide 4 - Slide

Meer dan lezen
Noordhoff: Dossier 1, Paragraaf 6: Actief lezen
  • Opdracht 8: vraag 1
  • Wat is een
    begripsvraag/interpretatievraag
  • Wat is een evaluatievraag?

Slide 5 - Slide

Zo kun je een tekst actief lezen

3. Stel jezelf of een medelezer tijdens het lezen begrips- en interpretatievragen als Vertel in je eigen woorden …, Leg uit wat er gebeurt als …, Wat betekent …?, Wat zijn de oorzaken/gevolgen van …?, Hoe komt het dat …? en evaluatievragen als Wat vind je ervan dat …? en Ben je het eens met …?

Slide 6 - Slide

Meer dan lezen- 2
Noordhoff: Dossier 1, Paragraaf 7: Meer lezen
  • Opdracht 7
  • Introductie onderwerp
  • Afmaken als huiswerk

Slide 7 - Slide

Meer dan lezen - Oefentoets
* Maak als huiswerk oefentoets 2

Slide 8 - Slide

Meer dan lezen - Oefentoets
* Maak als huiswerk oefentoets 2

Slide 9 - Slide

Cursus 9 Woordenschat
§ 4 Sport
Noordhoff
Opdracht 1: gezamenlijk
Opdracht 2: huiswerk
Opdracht 4: huiswerk

Slide 10 - Slide

Les 5 VO3
Pauze
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Een limerick...

Er was eens een vrouw uit Abcoude Die heel graag op kattenvoer kauwde Maar o wat een lol Na zes blikken vol Toen praatte ze niet meer, ze mauwde 


Een haiku..

Bij het ontwaken
een handvol confetti
op het hoofdkussen.

Slide 12 - Slide

Grammatica
Beknopte bijzinnen
Ga er even voor zitten!
We gaan eerst even zinsdelen herhalen...





Slide 13 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les:
- wat een beknopte bijzin is;
- aan welke eisen een beknopte bijzin moet voldoen om correct te zijn;

Slide 14 - Slide

Grammatica: de basis
Zinnen en zinsstructuur

Slide 15 - Slide

Enkelvoudige zin

  • Zin met één persoonsvorm
Samengestelde zin

  • Zin met twee of meer persoonsvormen

Slide 16 - Slide

Voorbeeld enkelvoudige zin
  • Het wordt slecht weer vandaag.
  • Ik ga vandaag naar de Action.
  • Hij kijkt veel naar Star Wars.

Slide 17 - Slide

Voorbeeld samengestelde zin
  • Het wordt vandaag mooi weer en we gaan lekker naar het strand. 
  • Hij kijkt veel naar Star Wars en schrijft daar over op zijn website.

Slide 18 - Slide

Samengestelde zin
  • Bestaat uit twee of meer zinnen.
  • Kunnen nevengeschikte zinnen zijn, of ondergeschikte zinnen.

Slide 19 - Slide

Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen aan elkaar plakken.

Slide 20 - Slide

 voegwoorden:

  • en
  • maar
  • want 
  • of*
  • dus


  • aangezien
  • als
  • dat
  • doordat
  • terwijl
  • toen

Slide 21 - Slide

Wat is een bijzin?
  • Je hebt bij een onderschikking te maken met een bijzin.
  • Een bijzin is een zinsdeel in de vorm van een zin. Deze zin heeft een eigen persoonsvorm.
  • Persoonsvorm en onderwerp staan niet naast elkaar óf er kan een zinsdeel tussen worden gezet.

Slide 22 - Slide

Napratend over de wedstrijd, verlieten de toeschouwers het stadion.
A
Correcte zin
B
Foutieve zin

Slide 23 - Quiz

Schrijf de beknopte bijzin op van de volgende zin:
'Charlene ging naar de finale na de voorrondes gewonnen te hebben.'

Slide 24 - Open question

Hoe herken je een beknopte bijzin?
- voltooid deelwoord
- onvoltooid deelwoord
- te + infinitief 

Slide 25 - Slide

Filmpje
Bekijk onderstaand filmpje voor extra uitleg.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Na koffie te hebben gedronken, reden we met de bus richting Denemarken 
Dus wat is de beknopte bijzin en waarom is deze correct?

Denk na en leg uit. 

Slide 28 - Slide

Dus.. een beknopte bijzin...
heeft géén persoonsvorm en géén onderwerp. 

Bevat wel een werkwoordsvorm en een 'denkbeeldig' onderwerp dat hetzelfde moet zijn als het onderwerp van de hoofdzin.

Slide 29 - Slide

Schrijf de beknopte bijzin op van de volgende zin:

'Blaffend kwam het jonge hondje op mij af.'

Slide 30 - Open question

In welke zin is de beknopte bijzin correct?
A
Na de computer opnieuw opgestart te hebben, kon ik gelukkig verder met mijn verslag.
B
Na de computer opnieuw opgestart te hebben, werkte alles gelukkig weer.

Slide 31 - Quiz

Lekker in onze stoelen liggend, dronken we het koude bier.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 32 - Quiz

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 33 - Quiz

Liggend op zijn badmat las Achmad zijn dagblad.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 34 - Quiz

Beknopte bijzin: aan de slag
Noordhoff
Paragraaf 5 - Grammatica
  • Opdracht 1, 2, 3, 4 (huiswerk)





Slide 35 - Slide

Huiswerk voor 25 oktober
  • Woordenschat - opdracht 1, 2 en 4
  • Grammatica - opdrachten Beknopte Bijzin (1, 2, 3 en 4)
  • Meer dan lezen:
    1) Opdracht 7
    2) Oefentoets 2
    Ga hiervoor naar Noordhoff:
    Selecteer Cursus 1 Meer dan lezen, de oefentoetsen staan rechts, onder 'Snel naar'.

Slide 36 - Slide