Les 10

Les 10: Mijn gezin


第十课:我的家
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ChineesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 10: Mijn gezin


第十课:我的家

Slide 1 - Slide

课程内容 
Les 9:
  • HW nakijken
Les 10
  • Woordenlijst doornemen
  • Karakters schrijven: 家,爸爸,妈妈,个,只,小,猫,狗

Slide 2 - Slide

考试   Toetsweek
Repetitie over les 9 t/m 11 (telt 4x mee)

Wat moet je leren?
- Woordjes les 9 t/m 11 (karakters & NL; extra woorden passief)
- Grammatica les 9 t/m 11
- De focus ligt op les 9 t/m 11, maar herhaal ook de woorden van les 0 t/m 8!

Slide 3 - Slide

作业 Huiswerk
  • Blz. 十六

  • Opdracht 5
  • Opdracht 6

Slide 4 - Slide

生词   Nieuwe woorden
  • Blz. 二十二

  • Les 10


Slide 5 - Slide

写字   Karakters schrijven
Blz. 二十九  t/m  三十二

  • 爸爸
  • 妈妈

Slide 6 - Slide

写字    Karakters schrijven
Blz. 二十九  t/m  三十二

  • 家,爸爸,妈妈,个,只,小,猫,狗



  • Eerder klaar? ➔ Dialoog vertalen (blz. 二十三 )

timer
15:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Les 10: Mijn gezin


第十课:我的家

Slide 9 - Slide

课程内容 
Les 10:
  • Dialoog
  • Grammatica bespreken + oefenen
  • Opdrachten maken: 2, 3, 4

Slide 10 - Slide

对话   Dialoog
  • Blz. 二十三

  • Vertaal de dialoog naar het Nederlands



  • Klaar? → maak opdracht 2 en 3 (blz. 二十六)


timer
10:00

Slide 11 - Slide

语法    Grammatica
KLASSEWOORDEN
  • Geeft een eenheid aan
  • NL: bijv. glas / kopje / fles / bord / schaal
  • In het Nederlands niet verplicht; in het Chinees wel verplicht!

aantal   +   klassewoord   +   zelfstandig naamwoord

ge: algemeen / mensen
zhī: huisdieren

Slide 12 - Slide

语法    Grammatica
FAMILIE VOORSTELLEN
我家有 ... 个人:............ 和我。
"Mijn gezin heeft ... stuks mensen: ......... en ik."
➔ Mijn gezin bestaat uit ... personen: ......... en ik

VRAGEN NAAR FAMILIE: gebruik het vraagwoordje 几!
你家有几个人?
"Jouw gezin heeft hoeveel stuks mensen?
➔ Uit hoeveel mensen bestaat jouw gezin?

Slide 13 - Slide

语法    Grammatica
Het getal twee: 二  vs.  两 

➔ Bij opsommingen, bijv. een telefoonnummer
➔ Grotere getallen waarin 2 zit: 十二,二十,二十二

➔ Als je zegt hoeveel stuks je van iets hebt
➔ Dus voor een klassewoord! (个,只)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Drag question

哥哥
妈妈
弟弟
妹妹
爸爸
姐姐

Slide 16 - Drag question

Wat doet een klassewoord?
A
Geeft de hoeveelheid aan
B
Geeft aan welk familielid je bedoelt
C
Geeft de eenheid waarin je telt aan
D
Maakt de zin vragend

Slide 17 - Quiz

Vul het juiste klassewoord in:
我的老师有两 ... 猫。
A
B

Slide 18 - Quiz

Vul het juiste klassewoord in:
他有一 ... 哥哥和两 ... 妹妹。
A
B

Slide 19 - Quiz

Vul het juiste klassewoord in:
我们的四 ... 猫很小。
A
B

Slide 20 - Quiz


jiějie
yǒu
ge
liǎng

Slide 21 - Drag question

wǒ de gēge
māo
yǒu
zhī

Slide 22 - Drag question


Slide 23 - Drag question


姐姐

Slide 24 - Drag question

作业    Huiswerk
Maandag 30 oktober
  • Opdracht 2, 3, 4 maken (blz. 26-27)
  • Karakters les 10 oefenen (gebruik je karakterschriftje)

Slide 25 - Slide

Les 10: Mijn gezin


第十课:我的家

Slide 26 - Slide

课程内容 
Les 10:
  • Huiswerk nakijken
  • Opdrachten maken

  • Karakterschriftje!

Slide 27 - Slide

核对答案    Nakijken
  • Blz. 二十六 en 二十七

  • opdracht 2
  • opdracht 3
  • opdracht 4

Slide 28 - Slide

做练习    Zelf werken
Blz. 二十六
  • opdracht 1




Al klaar? Maak opdracht 7 + 8 (blz. 二十八)

timer
12:00

Slide 29 - Slide

做练习    Zelf werken
Blz. 二十八
  • opdracht 8




Al klaar? Maak opdracht 7 (blz. 二十八)

timer
12:00

Slide 30 - Slide