didactiek Periode 3 week 5 + 6

didactiek P3 week 7
communicatie 
par 7.1 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

didactiek P3 week 7
communicatie 
par 7.1 

Slide 1 - Slide

didactiek P3 week 7
communicatie 
par 7.1 

Slide 2 - Slide

op welke manier kun je communiceren?

Slide 3 - Mind map

wat is cyclisch communiceren?
A: zender > boodschap> ontvanger
B: zender > boodschap> ontvanger> reageren> zender
A
A
B
B

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Verstoringen in communicatie noemen we 'ruis'.
kun jij verstoringen opschrijven?

Slide 6 - Open question

articuleren is:
A
langzaam praten
B
hard en zacht praten
C
woorden duidelijk uitspreken
D
variatie in toonhoogte

Slide 7 - Quiz

wat weet jij over non-verbale communicatie?

Slide 8 - Open question

ga even staan en 
laat een open houding zien

Slide 9 - Slide

laat een gesloten houding zien

Slide 10 - Slide

hoe zie je of iemand zelfverzekerd is?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

een goede discussie is een voorbeeld van slechte communicatie
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

je bent op vakantie in Egypte en je spreekt de taal niet. dat is ruis.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Je vindt iemand niet aardig en vat zijn woorden niet positief op. Dat is....
A
open houding
B
gesloten houding
C
gekleurde ontvangst
D
aarzeltaal

Slide 15 - Quiz

Iemand zegt veel : 'uhmmm'
dat is aarzeltaal
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Communicatie en reflectie

NU pedagogisch werk ‘didactiek communicatie en organisatie’
Hoofdstuk 7: Communicatie en reflectie
Paragraaf 7.2: Ken jezelf: reflecteren

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Communicatie en reflectie
Eindopdracht reflecteren

Stap 1: Handelen/ ervaren
Iedere student tekent op een A3 vel een grote cirkel zoals in het boek. Je mag ook met kleuren werken zodat het extra duidelijk wordt.
Bij stap 1 beschrijven jullie een ervaring die jullie hebben meegemaakt op de stage. Deze situatie kunnen kunnen jullie omschrijven met behulp van de STARR methode: wat was de situatie, welke taak had ik? Welke acties heb ik ondernomen? En wat was het resultaat van de acties?
Stap 2: Terugblikken
Wat is er gebeurd? Wat wilde je gaan doen? En wat voelde je? Kijk eens terug op de stage ervaring die je bij 1 hebt beschreven.
Stap 3: Bewustwording
Wat betekende het voor je? Is het voor het eerst dat dit gebeurt? Wat wil je anders doen? Bij stap 3 moet je bewust worden van hoe de situatie precies is verlopen en wat het voor jou heeft betekend.



Slide 19 - Slide

Communicatie en reflectie
Eindopdracht reflecteren

Stap 4: Alternatieven ontwikkelen
Hoe kun je het anders aanpakken? Welke alternatieven? Welke voor- en nadelen? En hoe ga ik het de volgende keer aanpakken. Stel dat je volgende week op stage weer deze les/ actie/ activiteit/ begeleiding uit moet voeren, wat zou je dan anders gaan doen zodat het beter/ anders verloopt?


Stap 5: Uitproberen
Wat wil je dan een volgende keer bereiken wat de 1e keer niet is gelukt? Wat ga je uitproberen en wat heb je daarvoor nodig?

Nabespreken:
Als iedere student de ervaring volgens Korthagen heeft uitgeschreven worden deze ervaringen klassikaal besproken.




Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide