Les 2: Camera

1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Scene & Shot
Een scene bestaat uit meerdere shots die bij elkaar een onderdeel van het verhaal vertellen. 

1 shots = de camera gaat aan en uit. 

Slide 2 - Slide

Shot en kader
Één shot is de camera aan en de camera uit.
Scene kun je vergelijken met een hoofdstuk uit een boek. 

Kader
Is alles wat te zien is in 1 beeld. Er zijn heel veel verschillende kaders.

Close-up=Dichtbij 
Medium = Tussen Close up en medium in
Totaal= Veraf

Welk kader kies  je straks als cameraman/vrouw? Deze keuze maakt of een film heel spannend of juist heel triest wordt. De beeldkeuze bepaalt wat je gaat vertellen met het beeld!


Slide 3 - Video

This item has no instructions

Totaalshot

Slide 4 - Slide

Totaal Shot
In een totaal shot krijg je een goed overzicht van bijvoorbeeld de plek waar de scène zich afspeelt. Een personage is van top tot teen te zien. 


Medium shot

Slide 5 - Slide

Medium shot
Je ziet een persoon vanaf zijn middel tot en met het hoofd. Je kunt hiermee bijvoorbeeld een groepje mooi in beeld brengen.
Close up
Wat zie je? Hoe noem je dit shot?

Slide 6 - Slide

Close-up
Bij een close-up kun je heel goed de handeling of de emotie van een acteur zien. 
Vogelperspectief
Wat zie je? Hoe noem je dit shot?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kikkerperspectief

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met camera
Oefen met het maken van de verschillende shots: 
  • close up 
  • medium
  • totaal 
  • vogelperspectief
  • kikkerperspectief

Iedereen maakt minstens 1 shot, dus wissel wie cameraman/vrouw is!
Film horizontaal
timer
10:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag (10 min)

1. Regisseur & cameraman/vrouw
2. Acteurs
Maken van storyboard
Uitwerken filmpersonages en 'script'

Slide 10 - Slide

Personages uitwerken:
Als je acteur bent in de film, hoe ziet jouw personage er dan uit? Werk je personage uit en gebruik hier voor bijlage 3.2. Maak eventueel gebruik van bijlage 3.3 

Filmsets uitwerken:
Bekijk geschikte plekken (sets) in/en rondom de school waar de film opgenomen kan worden. Zoek spullen om de sets passend bij de film te maken. Film de sets met verschillende shots, standpunten en bewegingen. Weet je nog les 2 Storyboard en Script? Bekijk wat er op het beeld mooi uitziet. 

Props verzamelen:
Wellicht hebben jullie props nodig in jullie film. Soms kun je die van huis mee nemen, soms kun je ze ook zelf maken. Speelt er bijvoorbeeld een jury mee in jullie film, maak dan zelf de naambordjes met Jurylid.

Kleding & accessoires : 
Overleg met acteurs welke kleding en schoenen ze nodig hebben. Accessoires zoals sieraden vallen onder props 

Moodbord uitwerken:
Een Moodbord is een creatieve verzameling van alles wat jou inspiratie geeft voor bijvoorbeeld de film. Dit kunnen bepaalde kleuren zijn. Een bepaalde sfeer, bepaalde spullen.
De filmset
De filmset wordt soms helemaal ingericht. Alles wordt dan bedacht of zelfs speciaal gemaakt voor die ruimte. Maar je kunt ook een bestaande plek nemen. Zoals bijvoorbeeld de bibliotheek van jouw school. Daar hoef je maar weinig aan te veranderen. Behalve als je een rommelige bibliotheek wilt met alle boeken op de grond :-)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Art Directions








Kleding, accessoires, haar & make-up
Ook over de outfit, zoals de kleding en de accessoires van een acteur wordt na gedacht. Een cowboy bijvoorbeeld draagt een cowboyhoed. 
De locatie
De plek (de locatie) past goed bij het verhaal en een personage (acteur). Bijvoorbeeld een prinses woont in een kasteel. Een indiaan woont in een tent. Een klas is in een school.
Props
Je ziet aan die props (zo noem je spullen die je nodig hebt in een film) met wie je te maken hebt. Een cowboy heeft bijvoorbeeld een pistool. Een indiaan een pijl en boog.
Over alles in een film wordt nagedacht!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag: inventarisatie
Props
Props:
Soms zijn ze al aanwezig op school, soms kun je die van huis mee nemen, soms kun je ze ook zelf maken. Speelt er bijvoorbeeld een jury mee in jullie film, maak dan zelf de naambordjes.

Overleg samen wat jullie nodig hebben. 
Locaties
Bekijk geschikte plekken (sets) in/en rondom de school waar de film opgenomen kan worden. Zoek spullen om de sets passend bij de film te maken.
Kan je al starten met bepaalde shots opnemen, vooral doen!
(Je kunt ze later in de montage in de goede volgorde zetten) 

Slide 13 - Slide

Invullen werkblad inventarisatie
Antwoorden op deze vragen
  1. Op welke plek(ken) wordt er gefilmd? Wat hebben we nodig qua aankleding zodat de locatie duidelijk is?

  2. Weet iedereen wie zijn filmpersonage is en hoe deze eruitziet?
  3. Welke kleding en andere props zijn nodig?

  4. Welke props zijn er nodig voor het verhaal? Bijvoorbeeld een voetbal, een bank.
Voor alle benodigdheden:
  • Wat ligt er op school?

  • Wat maken we zelf?

  • En welke leerling kan wat van thuis meenemen? 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voor de volgende les: 
Aan het begin van de les alle props aanwezig
(kostuums, accessoires, attributen, aankleding locatie) 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions