Week 8, zorgvragers met aandoeningen aan de zintuigen- doofheid




Zorgvagers met aandoeningen aan de zintuigen- doofheid
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson




Zorgvagers met aandoeningen aan de zintuigen- doofheid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Benoem vijf verschillende zintuigen en hun functie

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf de algemene werking van zintuigen

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat zorgt er voor de bescherming van de oogbol?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Zorgvragers met aandoeningen aan de zintuigen-doofheid
Leerdoel
De student legt uit:
  • De verschillende aandoeningen aan het oor en evenwichtsorgaan met oorzaak en symptomen, gevolgen ontwikkeling, beschikbare hulpmiddelen en aandachtpunten in begeleiding en/of verzorging.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bij slechthorendheid is er sprake van een fout in de geleiding van het geluid naar de gehoorzintuigcellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Mogelijke oorzaken van slechthorendheid van tijdelijke aard:
prop oorsmeer (cerumen) in de uitwendige gehoorgang;
vreemd voorwerp in de uitwendige gehoorgang;
scheurtje in trommelvlies;
oorontsteking;
minder goede doorgang van de buis van Eustachius (door bijvoorbeeld verkoudheid).

Mogelijke oorzaken van blijvende slechthorendheid en doofheid:
lawaaitrauma (door lang werken in een erg lawaaiige omgeving zonder oorbescherming);
minder goed functioneren van de gehoorzenuwen (komt vaak voor bij ouderen);
erfelijkheid;
ziekten in de zwangerschap, zoals aanlegstoornissen of rodehond van de moeder;
medicijnvergiftiging;
schedelbasisfractuur;
tumorvorming bij de gehoorzenuw.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Je kunt doof worden van de bof omdat het bofvirus (veroorzaakt door het paramyxovirus) schade kan aanrichten aan het slakkenhuis (cochlea) of de gehoorzenuw in het binnenoor. Dit type gehoorverlies wordt perceptief (sensorineuraal) gehoorverlies genoemd en is meestal blijvend.

Als het virus het binnenoor bereikt:

Kan het ontstekingen veroorzaken in het slakkenhuis (cochleitis).

Dit beschadigt de haarcellen die verantwoordelijk zijn voor het omzetten van geluid in elektrische signalen.

In sommige gevallen raakt ook de gehoorzenuw ontstoken of beschadigd.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de oorzaken van doofheid?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

Het syndroom van Usher is een erfelijke aandoening waarbij mensen zowel gehoorverlies als progressieve blindheid ontwikkelen. De blindheid wordt veroorzaakt door een oogziekte genaamd retinitis pigmentosa (RP)

Kenmerken:
👂 Gehoorverlies:
Aangeboren of beginnend in de jeugd.

Kan variëren van mild tot ernstig.

Soms gaat het ook gepaard met evenwichtsproblemen.

👁 Blindheid (retinitis pigmentosa):
Begint vaak met nachtblindheid.

Daarna kokerzien (verlies van het perifere zicht).

In latere stadia kan het centrale zicht ook aangetast raken.

De oogklachten beginnen meestal in de kindertijd of puberteit, en verslechteren langzaam.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

📌 1. Oorzaken
Slechthorendheid of doofheid kan ontstaan door:

Aangeboren oorzaken:
Erfelijke factoren (bijv. syndroom van Usher)

Complicaties bij de geboorte (zuurstoftekort, infecties)

Aangeboren afwijkingen aan het oor

Verworven oorzaken:
Infecties (bof, meningitis)

Oorontstekingen

Ototoxische medicijnen;
🧪 Voorbeelden van ototoxische medicijnen:
1. Antibiotica (vooral aminoglycosiden)
Voorbeelden: Gentamicine, Streptomycine, Tobramycine, Amikacine

Risico: Vooral schadelijk voor het binnenoor bij hoge doseringen of langdurig gebruik

Let op: Soms noodzakelijk bij ernstige infecties, zoals bij cystische fibrose

2. Plastablet-medicatie (lisdiuretica)
Voorbeelden: Furosemide, Bumetanide

Risico: Tijdelijke gehoorproblemen bij hoge doses of snelle toediening via infuus

3. Cytostatica (chemotherapie)
Voorbeelden: Cisplatine, Carboplatine

Risico: Blijvende slechthorendheid, vooral bij kinderen en ouderen

4. Pijnstillers op salicylaatbasis
Voorbeelden: Hoge doses aspirine

Risico: Tijdelijke tinnitus of gehoorverlies, vaak omkeerbaar bij stoppen

5. Antimalariamiddelen
Voorbeelden: Chloroquine, Kinine

Risico: Tijdelijke of blijvende gehoorstoornissen (zelden gebruikt in NL-behandeling)

6. Sommige antidepressiva en bloeddrukmedicijnen
Bijwerkingen zelden ototoxisch, maar kunnen in uitzonderlijke gevallen gehoor beïnvloeden.

🩺 Wie loopt meer risico?
Ouderen

Mensen met bestaande gehoorschade

Nierpatiënten (verminderde afvoer van medicijnen)

Langdurige of hoge dosering

Gelijktijdig gebruik van meerdere ototoxische middelen

Lawaaischade

Ouderdom (presbyacusis)

Trauma of letsel aan het hoofd of oor

👂 2. Symptomen
Niet reageren op geluiden of naam

Spraak- en taalachterstand bij kinderen

Moeite met gesprekken volgen, vooral in rumoerige omgevingen

Vragen om herhaling

Te hard praten of het volume van de tv/radio hoog zetten

📉 3. Gevolgen voor de ontwikkeling
Taal en communicatie:
Vertraagde of afwijkende spraak- en taalontwikkeling

Moeilijkheden met uitspraak, grammatica en woordenschat

Sociaal-emotioneel:
Gevoel van isolatie of frustratie

Beperkte sociale interacties

Lager zelfvertrouwen

Cognitief:
Minder toegang tot informatie via gehoor

Invloed op schoolprestaties en leerontwikkeling

🦻 4. Beschikbare hulpmiddelen
Hoorapparaten – versterken geluid

Cochleair implantaat (CI) – bij ernstige of totale doofheid

FM-systemen – draadloze microfoon voor betere spraakverstaanbaarheid

Ringleidingen – verbeteren geluidskwaliteit in ruimtes

Gebarentaal of spraakafzien (liplezen)

Ondertiteling, apps en visuele waarschuwingssystemen

❤️ 5. Aandachtspunten in verzorging en begeleiding
Communicatie:
Zorg voor oogcontact voordat je spreekt

Spreek duidelijk, rustig en niet te snel

Vermijd achtergrondlawaai

Gebruik gebaren, visuele ondersteuning of gebarentaal indien nodig

Emotionele ondersteuning:
Erken frustratie of onzekerheid

Stimuleer zelfvertrouwen en eigenwaarde

Creëer een veilige, accepterende omgeving

Educatie:
Gebruik visuele hulpmiddelen bij uitleg

Werk samen met logopedisten, audiologen en slechthorendenbegeleiders

Pas de leeromgeving aan (bijv. akoestiek, zitplaats dichtbij spreker)

Praktisch:
Controleer regelmatig gehoorapparaten of CI

Let op signalen van over- of onderprikkeling

Stimuleer deelname aan sociale activiteiten

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke hoortoestellen ken je?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Slide 24 - Slide


🦻 1. Achter-het-oor (AHO) hoortoestellen
Beschrijving: Toestel zit achter het oor, geluid wordt via een slangetje of dun draadje naar een oorstukje in het oor geleid.
Geschikt voor: Licht tot zeer ernstig gehoorverlies.
Voordelen:
Krachtig
Geschikt voor kinderen
Betrouwbaar en duurzaam
Nadelen:
Zichtbaar
Minder comfortabel voor brillendragers
👂 2. In-het-oor (IHO) hoortoestellen
Beschrijving: Zit volledig in de oorschelp of gehoorgang.
Subtypes:
ITE (In The Ear): vult de hele oorschelp
ITC (In The Canal): zit gedeeltelijk in de gehoorgang
CIC (Completely In Canal): volledig in de gehoorgang
IIC (Invisible In Canal): diep in de gehoorgang, vrijwel onzichtbaar
Geschikt voor: Mild tot matig gehoorverlies
Voordelen:
Discreet
Comfortabel zonder slangetje
Nadelen:
Minder krachtig
Niet geschikt bij veel oorsmeer of smalle gehoorgangen
🎧 3. Receiver-in-canal (RIC) of luidspreker-in-het-oor (LIHO) toestellen
Beschrijving: Lijkt op AHO, maar de luidspreker (speaker) zit in het oor, niet in het toestel.
Geschikt voor: Mild tot ernstig gehoorverlies
Voordelen:
Klein en discreet
Betere geluidskwaliteit
Nadelen:
Kwetsbaarder voor vocht/smeer
🔉 4. CROS/BiCROS systemen
Voor wie: Mensen met één doof oor en één goed (CROS) of slechthorend oor (BiCROS)
Werking: Geluid van het dove oor wordt draadloos naar het goede oor gestuurd
Voordeel: Je hoort geluiden van beide kanten, ondanks eenzijdige doofheid
🧠 5. Cochleair implantaat (CI)
Voor wie: Zeer ernstig gehoorverlies of doofheid, waarbij gewone hoortoestellen niet voldoende helpen
Werking: Implanteerbaar apparaat dat de gehoorzenuw direct stimuleert
Voordeel: Kan geluid geven bij volledige doofheid
Nadeel: Invasieve ingreep, intensieve revalidatie
🛰️ 6. Bone conduction hoortoestellen (BAHA)
Voor wie: Mensen met geleidingsverlies of geen gehoorgang
Werking: Geluidstrillingen worden via het bot naar het binnenoor geleid
Vaak toegepast bij: Aangeboren afwijkingen van het oor, chronische oorontstekingen

Vraag
Wat zijn de aandachtspunten in de 
begeleiding en/ of verzorging
 van zorgvragers met doofheid 
of slechthorendheid?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Doof en een verstandelijke beperking

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis over zorgvragers met aandoeningen aan de zintuigen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions