📌 1. Oorzaken
Slechthorendheid of doofheid kan ontstaan door:
Aangeboren oorzaken:
Erfelijke factoren (bijv. syndroom van Usher)
Complicaties bij de geboorte (zuurstoftekort, infecties)
Aangeboren afwijkingen aan het oor
Verworven oorzaken:
Infecties (bof, meningitis)
Oorontstekingen
Ototoxische medicijnen;
🧪 Voorbeelden van ototoxische medicijnen:
1. Antibiotica (vooral aminoglycosiden)
Voorbeelden: Gentamicine, Streptomycine, Tobramycine, Amikacine
Risico: Vooral schadelijk voor het binnenoor bij hoge doseringen of langdurig gebruik
Let op: Soms noodzakelijk bij ernstige infecties, zoals bij cystische fibrose
2. Plastablet-medicatie (lisdiuretica)
Voorbeelden: Furosemide, Bumetanide
Risico: Tijdelijke gehoorproblemen bij hoge doses of snelle toediening via infuus
3. Cytostatica (chemotherapie)
Voorbeelden: Cisplatine, Carboplatine
Risico: Blijvende slechthorendheid, vooral bij kinderen en ouderen
4. Pijnstillers op salicylaatbasis
Voorbeelden: Hoge doses aspirine
Risico: Tijdelijke tinnitus of gehoorverlies, vaak omkeerbaar bij stoppen
5. Antimalariamiddelen
Voorbeelden: Chloroquine, Kinine
Risico: Tijdelijke of blijvende gehoorstoornissen (zelden gebruikt in NL-behandeling)
6. Sommige antidepressiva en bloeddrukmedicijnen
Bijwerkingen zelden ototoxisch, maar kunnen in uitzonderlijke gevallen gehoor beïnvloeden.
🩺 Wie loopt meer risico?
Ouderen
Mensen met bestaande gehoorschade
Nierpatiënten (verminderde afvoer van medicijnen)
Langdurige of hoge dosering
Gelijktijdig gebruik van meerdere ototoxische middelen
Lawaaischade
Ouderdom (presbyacusis)
Trauma of letsel aan het hoofd of oor
👂 2. Symptomen
Niet reageren op geluiden of naam
Spraak- en taalachterstand bij kinderen
Moeite met gesprekken volgen, vooral in rumoerige omgevingen
Vragen om herhaling
Te hard praten of het volume van de tv/radio hoog zetten
📉 3. Gevolgen voor de ontwikkeling
Taal en communicatie:
Vertraagde of afwijkende spraak- en taalontwikkeling
Moeilijkheden met uitspraak, grammatica en woordenschat
Sociaal-emotioneel:
Gevoel van isolatie of frustratie
Beperkte sociale interacties
Lager zelfvertrouwen
Cognitief:
Minder toegang tot informatie via gehoor
Invloed op schoolprestaties en leerontwikkeling
🦻 4. Beschikbare hulpmiddelen
Hoorapparaten – versterken geluid
Cochleair implantaat (CI) – bij ernstige of totale doofheid
FM-systemen – draadloze microfoon voor betere spraakverstaanbaarheid
Ringleidingen – verbeteren geluidskwaliteit in ruimtes
Gebarentaal of spraakafzien (liplezen)
Ondertiteling, apps en visuele waarschuwingssystemen
❤️ 5. Aandachtspunten in verzorging en begeleiding
Communicatie:
Zorg voor oogcontact voordat je spreekt
Spreek duidelijk, rustig en niet te snel
Vermijd achtergrondlawaai
Gebruik gebaren, visuele ondersteuning of gebarentaal indien nodig
Emotionele ondersteuning:
Erken frustratie of onzekerheid
Stimuleer zelfvertrouwen en eigenwaarde
Creëer een veilige, accepterende omgeving
Educatie:
Gebruik visuele hulpmiddelen bij uitleg
Werk samen met logopedisten, audiologen en slechthorendenbegeleiders
Pas de leeromgeving aan (bijv. akoestiek, zitplaats dichtbij spreker)
Praktisch:
Controleer regelmatig gehoorapparaten of CI
Let op signalen van over- of onderprikkeling
Stimuleer deelname aan sociale activiteiten