Brugklas 4.3 Lezen (les 1)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat leer je vandaag?
  1. Studerend lezen
  2. Tekstdoelen: informeren en amuseren
  3. Tekstvormen: schematische samenvatting en instructie
  4. Een nieuw tekstverband: het uitleggend verband

Slide 2 - Slide

Lezen

Slide 3 - Slide

verkennend lezen
nauwkeurig lezen
Welke twee leesstrategieën ken je al?

Slide 4 - Mind map

Leestrategie: Studerend lezen
Studerend lezen doe je om de lesstof goed te onthouden. 

Waarom lees je bij studerend lezen ook nauwkeurig?






Slide 5 - Slide

Let op hoofdzaken in elke alinea: de kernzinnen en vetgedrukte woorden. 
Laat je overhoren of vertel de inhoud aan een ander!
Studerend lezen én leren?

Maak een schematische samenvatting!
Kijk eens op bladzijde 22.

Slide 6 - Slide


Wat wil de schrijver bereiken? Wat is zijn tekstdoel (blz. 21)
De schrijver wil...
tekstdoel
toelichting
 tekstvormen (voorbeelden)
de lezer informatie geven.
informeren
Informatie over iets wat werkelijk bestaat en je komt iets te weten.
- nieuwsbericht
- schoolboek
- krantenartikel
- schematische     samenvatting
- instructie
de lezer vermaken.
amuseren
Vaak verzonnen gebeurtenissen en je leest om te ontspannen, voor de lol dus.
- leesboek
- stripverhaal
- gedicht
- liedtekst

Slide 7 - Slide

=   instructie

Slide 8 - Slide

Welk doel heb je als lezer wanneer je fictie leest?
A
Je wilt geïnformeerd worden over een onderwerp.
B
Je wilt je vermaken.
C
Je wil iemand overtuigen van jouw mening.
D
Je wil iemand overhalen om iets te doen.

Slide 9 - Quiz

Het leespubliek bepalen

Slide 10 - Slide

Waarom is deze tekst geschreven voor jongeren? Zeg iets over de bron, het onderwerp, taalgebruik en de aanspreekvorm.
Er is een nieuwe griep ontdekt bij zeehonden. Het virus komt van vogels en heeft intussen honderden zeehonden de das omgedaan. Nu kun je denken: 'Ach, het zijn maar zeehonden'. Maar als het virus zoogdieren ziek kan maken, kan dat op termijn ook een gevaar voor mensen vormen.

(Bron: Know How)

Slide 11 - Slide

Opsommend
tijdsvolgorde
tegenstellend
Welke drie tekstverbanden ken je al?

Slide 12 - Mind map

Het uitleggend tekstverband
  • In teksten met het tekstdoel informeren
  • Legt iets uit, vaak in de vorm van een voorbeeld.
  • Signaalwoorden: bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, onder andere, zoals

Voorbeeld:
Trojaanse paarden zitten bijvoorbeeld verscholen in gratis software die je op internet kunt downloaden. 

Slide 13 - Slide

Wat?
§4.3 Lezen: Lees de theorie en maak 
opdrachten 2ab, 3acdef, 4, 5 , 7 t/m 12a
Hoe?
Ta!ent deel B leerwerkboek + schrift + blaadje
Hulp?
Boek, klasgenoot, Straver
Resultaat?
Huiswerk + bootje ;)
Leerdoel?
Studerend lezen, tekstdoelen: informeren en amuseren, schematische samenvatting, leespubliek, uitleggend tekstverband, instructie 
Klaar?
Daltontaak 11: Maak in jouw leerwerkboek opdrachten 2abd t/m 5, 7ab t/m 9 uit §4.5 Woorden. Kijk de antwoorden zorgvuldig na, want de lesstof komt terug op de Toets in week 13.

Slide 14 - Slide

Wat weet je nu?

Slide 15 - Slide

Dit weet je nu:

Studerend lezen
Tekstdoelen: informeren en amuseren
Tekstvormen: Schematische samenvatting en instructie
Leespubliek
Uitleggend tekstverband

Slide 16 - Slide