V4 - week 45 - les 1, 2, 3

V4 - Woche 45
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

V4 - Woche 45

Slide 1 - Slide

Auf dem Tisch
Klaarleggen:
  • Arbeitsbuch + Fachbuch
  • Heft 
  • Stift

Slide 2 - Slide

Planung Stunde 1

Besprechen Prüfung V4duB1 

Literatur: 
  • besprechen: die Stasi
  • Arbeitsblatt 5: das Plakat
  • Film: Ballon + machen Arbeitsblatt 6, 7




       
Ziele

  •  Je kunt belangrijkste informatie begrijpen in (korte) verslagen en artikelen. 

  •  Je krijgt inzicht in de politieke en sociaal maatschappelijke situatie ten tijde van de DDR. 




      Slide 3 - Slide

      Arbeitsblatt 5
      Beschriebe: 

      • Die Farben?
      • Die Formen?
      • Wo befinden sich die Figuren oben?
      • Was machen sie?
      • Und die Figuren unten
      • Der Satz unter dem Titel lautet:
      • Wovon könnte der Film handeln?

      Slide 4 - Slide

      Der Film: Ballon
      BALLON is het waargebeurde verhaal van twee families die, ten tijde van de Koude Oorlog, in een race tegen de klok alles op alles zetten om van Oost- naar West-Duitsland te vluchten. De historische thriller toont een van de meest spectaculaire ontsnappingen in de geschiedenis.

      --> Beantworte während des Sehens Arbeitsblatt 7 und beschreibe 
             die Hauptfiguren. 

      Slide 5 - Slide

      Nächste Stunde
      Vokabeln: K2 Lektion 1 + Aufgabe 3 (10 Min.)
      Modalverben o.t.t. (10 Min.)
      Machen: K2 L1 10-12 (10 Min.)

      Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

      Slide 6 - Slide

      V4 - Woche 45 - Stunde 3

      Slide 7 - Slide

      Auf dem Tisch
      Klaarleggen:
      • Arbeitsbuch + Fachbuch
      • Heft 
      • Stift

      Slide 8 - Slide

      Planung Stunde 2

      Vokabeln: K2 Lektion 2 DU-NL + Aufgabe 14

      Grammatik: Modalverben o.t.t. + K2 Lek. 1 Aufgabe 8, 9 , 10







      Ziele


        Je kunt de Modalverben in de tegenwoordige tijd gebruiken. 

        Je leert nieuwe woorden en je verbreedt je woordenschat.

        Slide 9 - Slide

        Vokabeln Lektion 1
        --> Kapitel 2 - Lernbox Lektion 1 (S.99)

        Gemeinsam: Lernbox besprechen
        Selbstständig: Aufgabe 3
        Zeit: 5 Minuten, danach besprechen
        Fertig = Lernen Lernbox Lektion 2 (D-N)

        Slide 10 - Slide

        Modalverben
        im Präsens (o.t.t.) 

        Slide 11 - Slide

        Modalverben - Weißt du noch?
        Notiere ins Heft welches Verb im Satz passt. Notiere dann die Übersetzung.

        1.  Darfst / Willst du heute Abend mit ins Kino? - Nein, meine Eltern wollen, 
             dass ich heute zu Hause bleibe.  Übersetzung: ________________________
        2. Jonas mag/kann Pizza lieber als Pommes.
              Übersetzung: ________________________
        3. Wir sollen/müssen uns bei dem Chef melden, weil wir wieder zu spät 
             waren. Übersetzung: ________________________

        Slide 12 - Slide

        Wat zijn Modalverben?
        Dit zijn werkwoorden die in een zin aangeven met welk 'gevoel' iets gebeurt. 
        --> Noteer de vertaling in je schrift. 
        • dürfen: 
        • können: 
        • mögen: 
        • müssen: 
        • sollen: 
        • wollen: 
        • wissen:

        Slide 13 - Slide

        Wat zijn Modalverben?
        Dit zijn werkwoorden die in een zin aangeven met welk 'gevoel' iets gebeurt. We kennen de volgende Modalverben in het Duits:

        • dürfen: mogen, toestemming hebben
        • können: kunnen, in staat zijn
        • mögen: mogen, leuk vinden, lusten, houden van
        • müssen: moeten, (noodzakelijk, vanzelfsprekend)
        • sollen: moeten (van iemand anders)
        • wollen: willen
        • wissen: weten


        Slide 14 - Slide

        Merkmale Modalverben im Präsens
         Modalverben hebben in de o.t.t. drie kenmerken:

        1. meervoud vervoeg je zoals altijd (esttenten-regel).

        2. Ich & er/sie/es -vorm krijgen geen uitgang

        3 Klinkerverandering bij ich, du, er/sie/es (sollen niet)

        Slide 15 - Slide

        dürfen
        können
        mögen
        müssen
        wollen
        sollen
        wissen
        ich
        darf
        kann
        mag
        muss
        will
        soll
        weiß
        du
        darfst
        kannst
        magst
        musst
        willst
        sollst
        weißt
        er, sie, es
        darf
        kann
        mag
        muss
        will
        soll
        weiß
        wir
        dürfen
        können
        mögen
        müssen
        wollen
        sollen
        wissen
        ihr
        dürft
        könnt
        mögt
        müsst
        wollt
        sollt
        wisst
        sie, Sie
        dürfen
        können
        mögen
        müssen
        wollen
        sollen
        wissen
        Modalverben im Präsens (o.t.t.) 

        Slide 16 - Slide

        Grammatik - Modalverben o.t.t.
        --> K2 L2 Aufgabe 10, 11, 12
        Machen: K2 Lek. 1 Aufgabe 10, 11, 12   
        Hilfsmittel: Grammatik (Vakboek) SEITE 6 -9
        Zeit: 20 Minuten, danach besprechen

        Fertig: lernen K2 Lernbox Lektion 1 (D-N)
        timer
        20:00

        Slide 17 - Slide

        Nächste Stunde
        Overhoren: Vokabeln K2 L1 (DU-NL)
        Lesen: K2 L1 Aufgabe 7 
        Literatur: Arbeitsblatt 6, 7 + Film Ballon


        Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

        Slide 18 - Slide

        Slide 19 - Slide