NN6 H3 - Spelling H2 (1)

Pak je leesboek 
en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Pak je leesboek 
en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Deze les
Spelling H2: Met of zonder -n

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je een meervouds-n moet gebruiken bij bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandig gebruikte telwoorden.

Slide 2 - Slide

Huiswerk H3G
maandag 29 januari:
Spelling H2: opdr. 1 t/m 4 en 6, 7, 9, 10





Slide 3 - Slide

Wat en waarom? 
Deze les leer je wanneer je een telwoord met of zonder -n schrijft. Dit is belangrijk, zodat de lezer jouw tekst begrijpt. Ook komt jouw tekst dan professioneler over.

Slide 4 - Slide

Wat zijn telwoorden?

Slide 5 - Mind map

Met of zonder -n?
Telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden worden soms zelfstandig gebruikt. In dat geval spel je ze soms met een -n op het eind.

> Wat zijn telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden?
Woorden als sommige, vele, enkele, beide

Slide 6 - Slide



  • mensen
  • zelfstandig gebruikt

Slechts weinigen zijn daarvan op de hoogte.

Maar weinige              klanten .....




  • betrekking op zaken of dieren
Vele (diersoorten) worden bedreigd.

  • bijvoeglijk gebruikt
enkele leerlingen

MAAR: Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden wel met -n:


Telwoorden met -en

Telwoorden met -e

Slide 7 - Slide

Met of zonder -n?
Maar:
  • tientallen, duizenden, honderden, miljoenen etc.

Er wonen miljoenen mensen in Nederland.
Hoeveel dieren daar leven? Ik denk miljarden.

Slide 8 - Slide

Sommige/Sommigen leerlingen leren nooit voor een s.o.
A
sommige
B
sommigen

Slide 9 - Quiz

Op Texel zag ik veel verschillende vogels; wel honderde/honderden.
A
honderde
B
honderden

Slide 10 - Quiz

Van alle studenten hebben vele/vele een voldoende gehaald voor hun toets.
A
vele
B
velen

Slide 11 - Quiz

Van die struiken wil ik er wel enkele/enkelen in mijn tuin.
A
enkele
B
enkelen

Slide 12 - Quiz

Die broers maken altijd ruzie en meestal hebben ze beide/beiden schuld
A
beide
B
beiden

Slide 13 - Quiz

De kippen waren alle/allen ontsnapt.
A
alle
B
allen

Slide 14 - Quiz

Hans had twee foto's gemaakt. Ze zijn beide/beiden mislukt.
A
beide
B
beiden

Slide 15 - Quiz

Opdracht deze les
Maak de volgende opdrachten:
  • Spelling H2: opdr. 1 t/m 4 en 6, 7, 9, 10

Het eerste kwartier werk je zelfstandig (dus in stilte!). Daarna mag je zachtjes samenwerken met degene naast je. 

Klaar?
Lezen in je leesboek, vat de theorie samen.
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Huiswerk H3G

Spelling H2: opdr. 1 t/m 4 en 6, 7, 9, 10





Slide 17 - Slide