H8 Ruimteschip aarde

H8 Ruimteschip aarde
3 havo
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H8 Ruimteschip aarde
3 havo

Slide 1 - Slide

Op de planeet.....is het warmer dan op de aarde.
A
Mars
B
Venus

Slide 2 - Quiz

Leg uit hoe in het Amazonegebied de regulatiefunctie van toepassing is op lokaal en op mondiaal schaalniveau.
A
Omdat het voor de hele wereld belangrijk is.
B
lokaal: Veel bossen worden gekapt door de bevolking en voor eigen gebruik, toch moeten er ook bomen terug komen ??
C
begroeiing lokaal door ontbossing meer co2 uitstoot mondiaal
D
Lokaal: de begroeiing kan helpen voor het beschermen van de bodem Mondiaal: het kappen van bomen heeft gevolgen voor de koolstofkringloop

Slide 3 - Quiz


A
Waterkringloop
B
Gaskringloop
C
Koolstofkringloop
D
Natuurkringloop

Slide 4 - Quiz

Wat is de waterkringloop?
A
De voortdurende verplaatsing van water over de aarde
B
De voortdurende verplaatsing van water door de lucht
C
Het geheel van verdamping en condensatie
D
Water dat in een kringetje over de aarde verdeeld is

Slide 5 - Quiz

Welke twee onderdelen van de waterkringloop behoren tot de KORTE waterkringloop?
A
Afstroming en condensatie
B
Afstroming en infiltratie
C
Condensatie en verdamping
D
Verdamping en infiltratie

Slide 6 - Quiz

De waterkringloop wordt aangedreven door ...
A
Rivieren
B
Gletsjers
C
Verdamping
D
De zon

Slide 7 - Quiz

Wat hoort niet bij de waterkringloop?
A
Condensatie
B
Verdamping
C
Sedimentatie
D
Neerslag

Slide 8 - Quiz

In welk klimaat zijn er geen seizoenen?
A
Poolklimaat
B
Tropisch regenwoud klimaat
C
Woestijnklimaat
D
Toendraklimaat

Slide 9 - Quiz

Bij welke vorm bevolkingsgrafiek heb je een afnemende bevolkingsaantal?
A
Piramide
B
Granaat
C
Urn

Slide 10 - Quiz

Bij deze vorm van bevolkingsgroei groeit de bevolking door een geboorteoverschot.....
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
sociale bevolkingsgroei

Slide 11 - Quiz

Hoe heet de wetenschap van de bevolkingsaantallen?
A
Seismografie
B
Geografie
C
Statistiek
D
Demografie

Slide 12 - Quiz

Dit is een bevolkingsgrafiek van een...
A
arm land
B
rijk land

Slide 13 - Quiz

Deze bevolkingsdiagram past bij
A
Uruguay
B
Bolivia
C
Guyana
D
Venezuela

Slide 14 - Quiz

Wat vertelt een bevolkingsdiagram over de bevolking van een land?
A
Wie er dood gaan in een land
B
Wie er geboren worden in een land
C
Hoe oud mensen worden
D
Samenstelling van de bevolking

Slide 15 - Quiz


Welke fases in de demografische transitie zie je terug in deze diagram?
A
fase 1 en 2
B
fase 2 en 3
C
fase 3 en 4
D
fase 4 en 5

Slide 16 - Quiz

Wat past NIET bij de tweede fase van het demografisch transitiemodel?
A
Groot geboorte-overschot.
B
Bevolkingsdiagram in de vorm van een piramide.
C
Dalend sterftecijfer.
D
Kleine gezinnen.

Slide 17 - Quiz

Het demografisch transitiemodel
A
Geeft een overgang aan van hoge naar lage geboorte- en sterftecijfers.
B
Geeft een overgang aan van lage naar hoge geboorte- en sterftecijfers.
C
Geeft een transitie aan van een grote groei naar een kleine groei.
D
Geeft de sociale bevolkingsgroei weer.

Slide 18 - Quiz

Wanneer is je ecologische voetafdruk het kleinst? Als je aardbeien....
A
uit eigen tuin eet
B
uit de supermarkt koopt die in Spanje zijn geoogst.

Slide 19 - Quiz

Wat is de ecologische voetafdruk?
A
De gemiddelde CO2-uitstoot (in liters) van een persoon in een bepaald land per jaar.
B
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het voedsel dat een persoon in een bepaald land nodig heeft te kunnen verbouwen.
C
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het welvaartniveau van een persoon in een bepaald land te kunnen behouden.
D
Het gemiddelde waterverbruik (in kubieke meters) van een persoon in een bepaald land per jaar.

Slide 20 - Quiz

Wie heeft er een grotere ecologische voetafdruk?
A
Keniaan
B
Amerikaan
C
Braziliaan
D
Nederlander

Slide 21 - Quiz

Wat is de grootste oorzaak van een stijgende ecologische voetafdruk?
A
Groei wereldbevolking
B
Groei welvaart
C
Groei aantal fabrieken
D
Groei niet-duurzame producten

Slide 22 - Quiz

wat is de groene revolutie?
A
steeds meer natuur in Japan
B
steeds minder natuur in Japan
C
het opkomen van milieuvriendelijke producten
D
verbeteringen en snelle opkomst van rijstbouw

Slide 23 - Quiz

De oorzaken van specialisatie in de landbouw zijn
A
Intensivering en sawa's
B
Arbeidsextensief en grondstoffen
C
Mechanisatie en intensivering
D
halffabricaten en kapitaalintensief

Slide 24 - Quiz

Een nadeel van specialisatie van de landbouw is
A
Producten worden steeds beter
B
Kleine bedrijven verdwijnen
C
Productie wordt vergroot

Slide 25 - Quiz

Is er sprake is van extensieve- of intensieve landbouw op de afbeelding?
A
Extensieve landbouw
B
Intensieve landbouw

Slide 26 - Quiz

Bij biologische landbouw .......dan bij intensieve landbouw.
A
is de opbrengst hoger
B
is de opbrengst lager

Slide 27 - Quiz

Wat past niet bij intensieve landbouw?
A
gebruik van machines en computers
B
gebruik van kunstmest
C
gebruik van bestrijdingsmiddelen
D
biologisch

Slide 28 - Quiz

Schaalniveau:
A
Mondiaal
B
continentaal
C
regionaal
D
lokaal

Slide 29 - Quiz

Als je van nationaal schaalniveau gaat inzoomen, dan kom je op welk schaalniveau uit?
A
Lokaal.
B
Regionaal.
C
Continentaal.
D
Mondiaal.

Slide 30 - Quiz