Hoofdstuk 8 getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 8 Getallen

We nemen alle doelen door van dit hoofstuk 8!

Doelen

getallen mavo 3 getal en ruimte hoofdstuk 8

wat moet je kennen en kunnen

· Je kent de begrippen:

 o Miljoen en miljard

 o Wetenschappelijke notatie, met bijbehorende afspraken voor de notatie

 o Exponent

 o Eenheden van tijd: millennium, eeuw, jaar, kwartaal, maand, week, dag, uur, minuut en seconde

 o Snelheid: Kilometer per uur (km/uur) en meter per seconde (m/s)

· Je weet:

 o Hoeveel nullen een miljoen en een miljard hebben

 o Hoeveel dagen er in een bepaalde maand zitten

Kunnen:

· Je kunt van getallen met de woorden miljoen en miljard getallen maken met alleen cijfers.

· Je kunt van grote getallen met alleen cijfers getallen maken met het woord miljoen of miljard.

· Je kunt een groot getal wat geschreven is in de wetenschappelijke notatie voluit schrijven

· Je kunt een groot getal wat voluit is geschreven opschrijven in de wetenschappelijke notatie

· Je kunt een klein getal wat geschreven is in de wetenschappelijke notatie voluit schrijven

· Je kunt een klein getal wat voluit is geschreven opschrijven in de wetenschappelijke notatie

· Je kunt getallen afronden op een gegeven aantal decimalen (ook bij de wetenschappelijke notatie)

· Je kunt omrekenen met de eenheden van tijd: millennium, eeuw, jaar, kwartaal, maand, week, dag, uur, minuut en seconde

· Je kunt berekeningen maken met tijd en afstand gecombineerd

· Je kunt berekeningen maken met snelheid in km/uur en m/s

· Je kunt snelheden omrekenen van km/uur naar m/s

· Je kunt snelheden omrekenen van m/s naar km/uur

· Je kunt de tijd aflezen als dit is geschreven als uur:minuten:seconden en hiermee een snelheid berekenen als ook de afstand is gegeven

Zullen we verder gaan met uitgebreide bespreking van alle leerdoelen en voorbeeld opdrachten bespreken?

Ja

nee

De Toppers van Klas M3a

Laatste les voor de vakantie 

Hoe goed ken jij je klasgenoten?

of hoe goed kennen ze jou??

spelregels

• geef 1x antwoord op de vraag (naam van een klasgenoot)
• steek je vuist in de lucht als je denkt dat jij het vaakst bent genoemd 
• steek je hand in de lucht als je wel bent genoemd, maar niet het vaakst 
• steek je vinger in de lucht als je denkt dat je niet genoemd bent

Wie komt het vaakst te laat?

Wie vergat het vaakst zijn spullen?

Wie verzint de beste smoezen?

Wie is het meest fotogeniek?

Met wie zou je een dag willen ruilen?

Wie gaat er later beroemd worden?

Met wie krijg je het minst snel ruzie?

Wie is de grootste grappenmaker?

Wie is de fanatiekste Tiktokker?

Wie appt altijd terug, hoe laat het ook is?

Wie staat er het langst voor de spiegel?

Wie zie je nog wel eens minister president worden?

Wie zal er nooit worden uitgestuurd?

Wie is het minst afwezig geweest?

Wie is er het meest toe aan vakantie?

Veel succes in de toetsweek!