6.2 Planten zijn overal

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

6.2 Planten zijn overal

Telefoon in tas of jas

Tas van tafel

Pen, potlood & notitieschrift pakken

De leerdoelen:

• Je kunt uitleggen dat planten eigenschappen hebben waardoor ze in veel verschillende leefomgevingen kunnen voorkomen.
• Je kunt de eigenschappen van planten in verschillende leefomgevingen vergelijken en verklaren.
• Je kunt verschillende manieren benoemen waarop planten zich beschermen tegen vijanden.

Wat weet je nog van?

Kennistest

Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.

Wat hebben planten nodig?

1. Water, licht en CO2
2. Water, licht en zuurstof
3. Water en licht
4. Zuurstof en voeding

welke producten ontstaan er uit fotosynthese

1. water
2. glucose
3. koolstofdioxide
4. zuurstof

Eigen voedsel maken

Zonlicht, koolstofdioxide, water en mineralen

Maakt glucose!

Uitleg + aantekeningen maken

Grote, dunne bladeren                                     Kleine, dikke bladeren

Veel huidmondjes                                              Weinig huidmondjes

kleiner wortelstelsel                                          Groter wortelstelsel

Waarom zijn de bladeren van tropische bomen zo groot?

Grote bladeren: 

Voordeel: Vangen meer licht

Nadeel: verdampen meer water

Koude gebieden: naaldbomen

Minder water beschikbaar.

Kleine bladeren, weinig verdamping.

Dikke waslaag, bevriezen dus niet.

Bescherming

Waar of niet waar?

Planten in droge gebieden hebben grote wortelstelsels

Waarom hebben planten in droge gebieden grote wortels?

1. Om meer zonlicht te ontvangen
2. Voor betere luchtcirculatie
3. Voor bescherming tegen ongedierte
4. Om water dieper te bereiken

Op welke manieren beschermen planten zich tegen weersomstandigheden en vraat?

Wat is de belangrijkste functie van bladeren van een plant?

1. de plant beschermen tegen zonlicht
2. stevigheid geven aan de plant
3. voedsel maken voor de plant via fotosynthese
4. water opnemen

hoe kan een plant zich beschermen tegen uitdroging?

1. dikke was laag, weinig huidmondjes,behaarde bladeren
2. verzonken huidmondjes behaarde bladeren, dikke waslaag
3. klein bladoppervlak huidmondjes onderkantblad,
4. zowel a,b als c

De leerdoelen:

• Je kunt uitleggen dat planten eigenschappen hebben waardoor ze in veel verschillende leefomgevingen kunnen voorkomen.
• Je kunt de eigenschappen van planten in verschillende leefomgevingen vergelijken en verklaren.
• Je kunt verschillende manieren benoemen waarop planten zich beschermen tegen vijanden.

Aan het werk

Laptop in de tas doen.

Lees de theorie door van 6.2

Maak de opdrachten van 6.2:    2 t/m 10