Gebruik je WB, werk in je schrift.
Klaar? Maak dan opdracht 5 op blz. 32.
Waarop ligt de klemtoon bij het woord ‘expliciet’?
Welk woordsoort is het woord ‘evenmin’?
Wat zijn de meervoudsvormen van ‘analyse’?
Hoe spreek je modulair uit?
Welk lidwoord hoort bij ‘etui’?
Welke uitdrukking kun je met het woord ‘falie’ maken?
Wat zijn de twee betekenissen van ‘fantaseren’?
Is het woord ‘opdruk’ m/v/o?
Wat is het meervoud van ‘orchidee’?
Wat betekent ‘pacifisme’?