Les 4 - woordraadstrategieën

5 B's
  1. Je komt netjes Binnen
  2. Je doet je Beller in de telefoontas
  3. Je legt je Boeken/device op je tafel
  4. Je gaat op je Billen zitten
  5. Je kijkt naar het Bord 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalverdiepingMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5 B's
  1. Je komt netjes Binnen
  2. Je doet je Beller in de telefoontas
  3. Je legt je Boeken/device op je tafel
  4. Je gaat op je Billen zitten
  5. Je kijkt naar het Bord 

Slide 1 - Slide

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

timer
0:30
Wat zijn woordraadstrategieën?

Slide 4 - Mind map

Woordraadstrategieën
Soms kom je onbekende woorden tegen
Er zijn 5 manieren om vanuit de tekst achter de betekenis te komen:
Synoniem
  1. Omschrijving
  2. Voorbeeld
  3. Tegenstelling
  4. Bekend woorddeel

Slide 5 - Slide

Synoniem

Verschillende woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis:


  • zelfstandig - op zichzelf
  • chaos - puinhoop
  • neertellen - betalen
  • uitgave - editie

Slide 6 - Slide

Omschrijving
Kijk of de betekenis voor of achter het woord staat

Let op opvallende tekens: (...), -

  • Journalist - iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant
  • Actualiteit - alles wat op dit moment belangrijk is

Slide 7 - Slide

Voorbeeld 

Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:

bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.


  • Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.



Slide 8 - Slide

Voorbeeld 

Voorbeelden kunnen ook te herkennen zijn aan

een dubbele punt (:)



  • Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.



Slide 9 - Slide

Tegenstelling 

Signaalwoorden: maar, echter, toch, daarentegen


  • goedkoop - duur
  • begrijpelijk - onbegrijpelijk
  • koud - warm
  • bang - dapper



Slide 10 - Slide

Bekend woorddeel

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.


- samenstellingen

- woorden met voorvoegsel

- woorden met achtervoegsel


Slide 11 - Slide

Bekend woorddeel- voorbeelden


samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.

woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.

woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.


Slide 12 - Slide

Opdracht!
  • Pak in drietallen een poster van een ander groepje
  • Ga op zoek naar onbekende woorden van de poster
  • Schrijf deze onbekende woorden op een post-it en plak dit op de poster
timer
20:00

Slide 13 - Slide