Verzorgingsstaat H1 - havo

1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Thema verzorgingsstaat

Wanneer moeten mensen hun problemen zelf oplossen en wanneer moet de overheid helpen?

Slide 2 - Slide

Verzorgingsstaat
waar denk je dan aan?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Vele discussies...

Marktwerking in de zorg, lerarentekort, tegenprestatie voor de bijstand, ouderenzorg, verhogen AOW leeftijd 

en ook...

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

H1 Wat is een verzorgingsstaat?
Delen van risico’s
Om een verzorgingsstaat te kunnen inrichten is solidariteit belangrijk. Mensen moeten bereid zijn kosten voor elkaar te dragen.

Solidariteit: Als er bereidheid is in een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen.




Slide 7 - Slide

H1 Wat is een verzorgingsstaat?
Verzorgingsstaat:
“Een staat waarin de overheid zich actief bemoeit met de welvaart en het welzijn van haar inwoners.”




Slide 8 - Slide

Huiswerk 
Lees hoofdstuk 1 en maak van hoofdstuk 1 opdracht 1 t/m 5 en 9

Slide 9 - Slide

We hebben recht op onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid. Welke plichten zitten hieraan vast?

Slide 10 - Open question

Internationale vergelijking
In andere landen worden andere keuzes gemaakt. We kijken naar drie modellen:

Lees blz. 156-157 en maak in je werkboek opdracht 12 en 13 (blz 143)


Klaar? Huiswerk: Lees hoofdstuk 1 en maak opdracht 8, 10 en 11

Slide 11 - Slide

H1 Wat is een verzorgingsstaat
In een verzorgingsstaat spelen drie partijen een belangrijke rol:

burgers.
overheid.
werknemers- en werkgeversorganisaties.

Slide 12 - Slide

Burgers
Burgers zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor bijvoorbeeld een huis, werk en hun kinderen.
Pas wanneer dit je zelf niet lukt, kun je aankloppen bij de overheid.

Slide 13 - Slide

Overheid
De overheid is verantwoordelijk voor:
  • collectieve voorzieningen zoals onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting.
  • een inkomen voor mensen die daar zelf niet in kunnen voorzien.
  • stimuleren van werkgelegenheid. In het bijzonder voor bepaalde groepen als allochtonen, vrouwen en 50-plussers.
  • goede arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden.
  • Het welzijn van mensen.

Slide 14 - Slide

Werkgevers- en werknemersorganisaties
Werknemers- en werkgeversorganisaties maken samen afspraken over de arbeidsvoorwaarden.
  •  Werknemers zijn verenigd in vakbonden (overkoepeld door vakcentrales) zoals FNV en CNV.
  • Werkgevers zijn verenigd in werkgeversorganisaties zoals VNO-NCW en MKB-Nederland.




Slide 15 - Slide

Sociale partners
Werknemers- en werkgeversorganisaties noem je samen de sociale partners.
De sociale partners onderhandelen over arbeidsvoorwaarden zoals loon, vakantiedagen, extra sociale zekerheid.
Afspraken tussen sociale partners worden vastgelegd in een cao (Collectieve Arbeidsovereenkomst).

Slide 16 - Slide