Werkcollege 6.1 t/m 6.3, 25-11-2021

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
35 minuten: uitleg of werken
45 minuten: aan het werk!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BedrijfsadministratieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
35 minuten: uitleg of werken
45 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste volgorde van de boekhoudkundige cyclus?
Saldibalans
Proefbalans
Eindbalans
Grootboek
Winst-en-verlies rekening
1
2
3
4
5

Slide 2 - Drag question

Rubriek 4, 8 en 9 horen bij...
A
Proefbalans
B
Saldibalans
C
Winst en verliesrekening
D
Eindbalans

Slide 3 - Quiz

Rubriek 0, 1, 2, 7 horen bij...
A
Proefbalans
B
Saldibalans
C
Winst en verliesrekening
D
Eindbalans

Slide 4 - Quiz

De ....balans bereken je door:
1. hoogste bedrag - laagste bedrag
2. uitkomst bij hoogste zijde
A
Proefbalans
B
Saldibalans
C
Winst en verliesrekening
D
Eindbalans

Slide 5 - Quiz

Waar komen de bedragen in de proefbalans vandaan?
A
Het journaal
B
De balans
C
Het grootboek
D
Geen van de drie antwoorden is juist

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen:
1. Je kan een proefbalans samenstellen.
2. Je kan een saldibalans samenstellen.
3. Je kan de kolommenbalans samenstellen.

HUISWERK: 
Kennis: 6.1 t/m 6.3
Routine: Opgave 2, 3, 5 en 7
Praktijk: Taak 3

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
Wat? Kennis: 6.1 t/m 6.3
Routine: Opgave 2, 3, 5 en 7
Praktijk: Taak 3
Hoe? In je boek
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder in paragraaf 6.4

timer
25:00

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Waar komen de bedragen in de proefbalans vandaan?
A
het journaal
B
de balans
C
het grootboek
D
geen van de drie antwoorden is juist

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Als je de totaaltelling van de proefbalans vergelijkt met de totaaltelling van de
saldibalans, dan is de telling van de proefbalans:
A
altijd hoger dan de telling van de saldibalans.
B
soms hoger dan de telling van de saldibalans.
C
altijd lager dan de telling van de saldibalans.
D
soms lager dan de telling van de saldibalans.

Slide 19 - Quiz

tijdsbestek waarin alle financiële veranderingen worden verwerkt om te komen tot een winst-en-verliesrekening, eindbalans en toelichting .

Een overzicht waarop de tellingen van de grootboekrekeningen onder
elkaar worden geplaatst en opgeteld. De totaaltelling van de proefbalans moet gelijk zijn aan de telling van het journaal.
omzet (opbrengst verkopen) min de inkoopwaarde van de omzet bij een
handelsonderneming
Een overzicht dat is samengesteld uit de proefbalans. Op dit overzicht
komen de saldi van alle grootboekrekeningen onder elkaar te staan.
brutowinst
proefbalans
saldibalans
boekingsperiode

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen aan het
einde van een boekhoudkundige periode
overzicht waarop debet de kosten (inclusief de inkoopwaarde van
de verkopen) en credit de opbrengsten gedurende een periode staan
 brutowinst min de bedrijfskosten die een onderneming maakt
financieel totaaloverzicht bestaande uit proefbalans, saldibalans,
winst-en-verliesrekening en eindbalans
kolommenbalans
winst-en-verliesrekening
nettowinst
eindbalans

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Uitspraak 1: De balansrekeningen vind je in de rubrieken 0, 1, 2 en 7.
Uitspraak 2: De winst-en-verliesrekeningen vind je in de rubrieken 4, 8 en 9.
Kies het juiste antwoord.
A
Uitspraak 1 is juist, uitspraak 2 is onjuist.
B
Uitspraak 1 is onjuist, uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 30 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Kennis: 6.1 t/m 6.3
Routine: Opgave 2, 3, (5 en 7)
(Praktijk: Taak 3)
Hoe? In je boek
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder in paragraaf 6.4

timer
45:00

Slide 31 - Slide