De groei van het christendom

De groei van het christendom


tijdvak 2 Grieken en Romeinen
3000 v.Chr - 500 n.Chr.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

De groei van het christendom


tijdvak 2 Grieken en Romeinen
3000 v.Chr - 500 n.Chr.

Slide 1 - Slide

Latijn
volksvergadering
bestuur
één 
cultuur
handel
Romeins
beroep
Mannen
Athene
westen
keuze 

Slide 2 - Slide

democratie: Athene, volksvergadering, mannen, bestuur
romanisering: Latijn, Romeins, cultuur, Westen
Specialisatie: één, beroep, handel, keuze
latijn 
volksvergadering
bestuur
één
cultuur
handel
Romeins
Beroep
mannen
Athene
Westen
keuze

Slide 3 - Slide

koning
Griekenland
niet-mythisch
Vruchtbare Halvemaan
Nederland
vee
Erfopvolging
zaden
observeren
logisch
bestuur
sedentair

Slide 4 - Slide

Wetenschap: logisch, observeren, Griekenland, niet-Goddelijk
monarchie: koning, erfopvolging, bestuur, Nederland
landbouwrevolutie: Vruchtbare Halvemaan, zaden, vee, sedentair
koning
Griekenland
niet-mythisch
Vruchtbare Halvemaan
Nederland
vee
erfopvolging
zaden
observeren
logisch
bestuur
sedentair

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat monotheïsme is
  • je kunt uitleggen wat polytheïsme is
  • Je kunt aangeven waarin het jodendom en het christendom zich onderscheidden van de meeste andere religies in de Oudheid.
  • Je kunt uitleggen wanneer en waardoor het christendom uit het jodendom ontstond.
  • Je kunt de groei van christendom beschrijven en verklaren.

Slide 6 - Slide

Polytheïsme

  • De Romeinen hadden een polytheïstische godsdienst, ze hadden meerdere (poly) goden
  • Tolerant t.o.v. geloven van veroverde volken, Romeinen namen zelfs die goden op in hun eigen geloof.

  • Wél belangrijk:  veroverde volken moesten óók offeren aan Romeinse goden, anders zouden Goden wraak nemen

Slide 7 - Slide

Romeinse goden

Slide 8 - Slide

Jodendom
  • Jodendom was monotheïstisch en ontstond ong 2000 v.Chr

  • Joden leefden in diaspora (verspreid over meerdere landen), nadat ze als slaven waren weggevoerd uit Palestina.
  • Joden bleven, door eigen rituelen, herkenbaar als aparte groep, 

Slide 9 - Slide

Een redder voor het joodse volk?!
  • Joden geloven in een messias, iemand die de joden zou bevrijden van hun overheersing.
  • Ten tijde van keizer Augustus leefde in Palestina, Jezus van Nazareth, door velen gezien als nieuwe messias.
  • Het leven van Jezus wordt, na zijn dood, beschreven in de 4 evangeliën. 
  • Belangrijke onderdelen: liefde, verdraagzaamheid en opkomen voor de armen en zwakkeren. (hierdoor naar de Hemel!)

Slide 10 - Slide

Een redder voor het joodse volk
  • Jezus wordt "zoon van God" genoemd, mens beschrijven wonderen die Jezus verricht

  • Joodse elite voelde zich bedreigd door Jezus. Jezus, zou op aandringen van joodse priesters, gekruisigd zijn door Romeinse gouverneur.


  • Maar steeds meer mensen geloofden in ideeën van Jezus. 
  • Ze noemden zichzelf christenen.

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

De eerste christenen
  • Eerste eeuw - vooral armen en slaven voelen zich aangetrokken tot christendom, want je kan in de hemel komen door goed te leven, en niet door te offeren.
  • Tweede eeuw - christendom beter georganiseerd en ook verspreid onder de rijken.

  • Gevolg - christendom groeide nog meer

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat polytheïsme is.
  • Je kunt uitleggen wat monotheïsme is.
  • Je kunt aangeven waarin het jodendom en het christendom zich onderscheidden van de meeste andere religies in de Oudheid.
  • Je kunt uitleggen wanneer en waardoor het christendom uit het jodendom ontstond.
  • Je kunt de groei van christendom beschrijven en verklaren.

Slide 14 - Slide

Waardoor kreeg het christendom steeds meer aanhangers?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom  Romeinse keizers de christenen vervolgden
  • Je kunt uitleggen waarom het christendom tot staatsgodsdienst werd benoemd.
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als het christendom tot staatsgodsdienst wordt benoemd.

Slide 17 - Slide

Christenvervolgingen
  • Christenen offerden niet aan de Romeinse goden. Daarom worden ze gebruikt als zondebok 
  • Vaak werd er streng opgetreden tegen christenen, in 2e eeuw bleef het strafbaar om christen te zijn, maar werden ze niet vervolgd.
  • In 3e eeuw ging het slechter met het Romeinse Rijk en werden christenen opnieuw vervolgd.

Slide 18 - Slide

Christenvervolgingen




  • Ondanks de vervolgingen werden/bleven mensen christelijk.

  • De vervolgingen zorgde er voor dat de christenen standvastiger werden; ze waren bereid om te sterven voor hun geloof.
  • De martelaren waren juist een voorbeeld voor anderen.

Slide 19 - Slide

Heilige Sebastiaan -  Sebastiaan was soldaat in het Romeinse leger, maar bekeerde zich stiekem tot het christendom. De Romeinse keizer ontdekt dit en laat Sebastiaan doorboren door pijlen

Slide 20 - Slide

De Heilige Barbara, werd door haar vader opgesloten om haar te beschermen tegen alle jongens die naar haar hand dongen. Vader laat zelfs een eigen badhuis voor haar bouwen. Barbara heeft zich stiekem bekeerd tot het christendom. Vader is woest en onthoofd eigen dochter. Vader wordt door God gestraft en getroffen door de bliksem

Slide 21 - Slide

Het christendom wordt staatsgodsdienst.



  • De Romeinen splitste hun rijk (in 285n.Chr.) op in 2 delen (oostelijk en westelijk gedeelte). Dit als poging om de crisis op te lossen.
  • Elk gedeelte had zijn eigen keizer, al snel krijgen de keizers ruzie met elkaar. In 312 won Constantijn en gaf christenen dezelfde rechten als andere godsdiensten.

Slide 22 - Slide

Het christendom wordt staatsgodsdienst



  • Constantijn gebruikte het christendom vooral om eenheid te krijgen in zijn rijk.


  • In 391 werd het christendom de staatsgodsdienst, vanaf toen werd het vereren van de Romeinse goden verboden en ontstonden er grote kerken

Slide 23 - Slide

Welke beweringen over het ontstaan van het christendom zijn goed en welke zijn fout?
Goed
Fout
Joden en Romeinen zagen Jezus als onruststoker en gevaar.
Vooral rijke Romeinen waren in het geheim aanhangers van het christendom.
Het christendom is een monotheïstische godsdienst. 
Jezus vertelde dat iedereen in de ogen van zijn god gelijk waren.

Slide 24 - Drag question

Welke uitspraak over de verspreiding van het christelijke geloof ten tijde van het Romeinse Rijk is NIET waar?
A
De Romeinen maakten zich in eerste instantie niet zo druk om de nieuwe christelijke religie
B
De Romeinen zorgden met hun harde aanpak ongewild voor meer saamhorigheid onder de christenen
C
Een goede organisatie van de kerk zorgde voor onderlinge eenheid onder de christenen
D
Ten tijde van keizer Constantijn waren de christenvervolgingen op een hoogtepunt

Slide 25 - Quiz

Koppel de beschrijving aan het juiste begrip.
De Bijbel
Christendom
Palestina
Vervolgingen
Jezus - kruisiging
is een landstreek in het Midden-Oosten waar het christendom ontstaan is.
 is het heilige boek van de christenen
Christenen zijn door de Romeinen streng gestrafd, omdat ze weigerden de goden van de Romeinen te aanbidden.
is een geloof dat in het Romeinse Rijk ontstond uit het jodendom. Het christendom volgt de leer van Jezus.
Jezus werd omstreeks 30 n.Chr. door de Romeinen veroordeeld

Slide 26 - Drag question

1.
2.
3.
4.
5.
 Augustus wordt de eerste keizer van het Romeinse Rijk
Germaanse volken beginnen het rijk binnen te vallen
Keizer Constantijn staat het Christendom toe in het Romeinse Rijk
Rome begint met veroveringen
Jezus Christus wordt gekruisigd

Slide 27 - Drag question

Gebruik de bron
Na de dood van Perpetua verspreidt de vroegchristelijke gemeenschap haar dagboek.
Geef aan welke boodschap de gemeenschap hiermee wil overbrengen aan christenen en welke boodschap aan de Romeinse autoriteiten.

Slide 28 - Open question

Gebruik de bron
Het christendom blijkt aantrekkelijk voor slaven.
Ontleen hiervoor een verklaring aan de bron.

Slide 29 - Open question

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Romeinse keizers de christenen vervolgden
  • Je kunt uitleggen waarom het christendom tot staatsgodsdienst werd benoemd.
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als het christendom tot staatsgodsdienst wordt benoemd.

Slide 30 - Slide

zelf aan het werk
maak samenvatting §2.3
maak opdr. 5, 6 en 8
vaardigheid oorzaak en gevolg

Slide 31 - Slide

Continuïteit en verandering
Continuïteit - wat alsmaar hetzelfde blijft
Een antwoord bij continuïteit bestaat uit 2 delen, 
  • herhaal (een deel van) de vraag en 
  • legt uit wat er hetzelfde blijft
Verandering - discontinuïteit
Een antwoord bij een vraag over verandering bestaat uit 4 delen, 
  • herhaal (een deel van) de vraag, 
  • beschrijf hoe de situatie was in de eerste periode, 
  • beschrijf hoe de situatie was in de tweede periode en  
  • eindig met een verklaring voor de verandering

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video