Schematiseren: de Cornellmethode tweede jaar

• Skills
• Secundair onderwijs

  Schematiseren: Cornellschema

SKILLS

Effectief studeren

- Je krijgt zo meteen 20 woorden te zien.

- Leer en onthoud in 40 seconden zoveel mogelijk woorden.

Start!

rug

stuur

brievenbus

hond

potlood

staart

ketting

schoorsteen

agenda

huis

kop

lamp

keuken

boekentas

rekentoestel

poot

fiets

zadel

trap

brooddoos

Hoeveel werkwoorden telt onderstaande zin?

'Als achter vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen achterna.'

1. 4
2. 3
3. 2
4. 1

Reken uit:
24 : 2 x 4 =

1. 3
2. 12
3. 22
4. 48

Schrijf ze op een briefje.

Hoeveel woorden heb je onthouden?

Leer en onthoud nu de volgende 20 woorden.

Wat is de meest noordelijke hoofdstad?

Rome / Parijs / Brussel / Amsterdam

1. Rome
2. Parijs
3. Brussel
4. Amsterdam

Reken uit:
16 X 2 : 8 =

1. 2
2. 4
3. 8
4. 12

Schrijf ze bij op je briefje.

Hoeveel woorden heb je nu onthouden?

Woorden die geordend zijn kan je makkelijker onthouden.

- Iets nieuws kan je makkelijker in je geheugen opslaan als je het ordent of organiseert.

- Dat kan op allerlei manieren: met schema's, mindmaps, flashcards...

- Eén goede methode om een schema te maken is 

                                                          

                                                                            

Besluit

de Cornellmethode

- Je leert wat een Cornellschema is.

- Je leert wanneer je best kiest voor een Cornellschema.

- Je leert hoe je je leerstof kunt organiseren met een Cornellschema.

- Je leert hoe je studeert met behulp van een Cornellschema.

- Je oefent het Cornellschema met behulp van al geziene leerstof.

Wat zal je leren tijdens deze les?

Wat is het doel van deze les?

Wat schrijf je waar in een Cornellschema?

OEFENEN

We vullen het Cornellschema aan van Nederlands Campus 2 D1L5 De delen van de zin onderzoeken met behulp van de groene kaders in het LWB.

Linkerkolom:

- Vul de woorden in die aan de rechterkant worden uitgelegd of waarvan je rechts voorbeelden krijgt.

Rechterkolom:

- Welke woorden of voorbeelden kan je invullen om de uitleg volledig te maken?

Onderaan

- Hoe kan je de les samenvatten? Wat is de essentie of het belangrijkste van deze les?

Noteer op het blad dat je van je leraar krijgt, alles wat je nog weet van deze les.

Wat weet je nog van deze les?