oefenen 4

Deze bestuurslaag beslist welke vakken verplicht zijn op school.
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijk
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Deze bestuurslaag beslist welke vakken verplicht zijn op school.
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijk

Slide 1 - Quiz

Parlement
Controleert
Volk
Gemeenteraad
Provinciale Staten
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Regering

Slide 2 - Drag question

Wetgevende macht 
Uitvoerende macht
Voorzitter dagelijks bestuur
Rijk
Minister president
Provincie
Provinciale Staten
Commisaris van de Koning 
Gemeente
Kabinet
Burgemeester
Parlement
Gemeenteraad
Gedeputeerde Staten
College van B&W

Slide 3 - Drag question

Burgemeester en wethouders
Gemeenteraad
Rechtbank

Slide 4 - Drag question

WAAR
NIET WAAR
FvD is een oppositiepartij
Voor een meerderheid in de Tweede Kamer heb je 75 zetels nodig
Het parlement bestaat uit coalitiepartijen en oppositiepartijen
De regering bestaat alleen uit oppositiepartijen
In Nederland moeten partijen samenwerken voor een meerderheid
De VVD is een coalitiepartij

Slide 5 - Drag question

Passief kiesrecht betekent:
A
Dat je gebruik maakt van je stemrecht en dus gaat stemmen
B
Dat je een zwevende kiezer bent
C
Dat je niet verplicht bent om te stemmen
D
Dat mensen bij verkiezingen op jou kunnen stemmen

Slide 6 - Quiz

Zwevende kiezers zijn kiezers die bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

De belangrijkste persoon van een politieke partij in verkiezingstijd noem je de.................................

Slide 8 - Open question

Eerste Kamer
Tweede Kamer
Beide Kamers
budgetrecht
recht van interpellatie
75 leden
150 leden
recht van initiatief
Motierecht

Slide 9 - Drag question

Recht van Motie
Recht van Amendement
Recht van Initiatief
Recht van Interpellatie

Slide 10 - Drag question

Wie hoort waarbij?
Regering
Kabinet
Koning
Staatssecretarissen
Ministers

Slide 11 - Drag question

In een verzorgingsstaat dient de overheid geen zorg te dragen voor:
A
Bescherming tegen verlies van inkomen
B
Bevordering van voldoende werkgelegenheid
C
Bevorderen van familiebanden
D
Collectieve welzijnsvoorzieningen

Slide 12 - Quiz

er wordt rekening in een parlementaire democratie rekening gehouden met minderheidsstandpunten en de grondrechten van alle burgers.
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar.
Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.
Iemand die de ministers en staatssecretarissen zoekt die het regeerakkoord gaan uitvoeren. Zelf wordt de formateur ministerpresident. 
Coalitiekabinet 
Regeerakkoord
Informateur 
Formateur

Slide 14 - Drag question

Wat houdt ministeriële verantwoordelijkheid in?
A
Het kabinet is verantwoordelijk voor het bestuur van ons land én voor alles wat onze koning in het openbaar zegt en doet.
B
Dat de minister-president de leiding heeft over alle andere ministers en hij de beslissende stem heeft als ze het niet eens zijn.
C
Dat er een ministerie eigen zeggenschap heeft over haar beleid
D
Dat een minister altijd verantwoording moet afleggen aan de koning

Slide 15 - Quiz