Jagers werden boer

Jagers werden boer
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Jagers werden boer

Slide 1 - Slide

Middelen van bestaan zijn manieren om in leven te blijven. Welke middelen van bestaan hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars

Slide 2 - Quiz

Klimaatsverandering
  • Rond 10.000 v. Chr

  • De aarde wordt warmer

  • Nederland: moerassen en bossen

  • Delen van Afrika en Midden-Oosten: droger 

Slide 3 - Slide

Noord-Afrika en
Midden-Oosten

  • Droog klimaat: minder begroeiing en water (ontstaan woestijnen)

  • Te weinig voedsel: dieren trekken weg naar vruchtbare gebieden

  • Andere middelen van bestaan zoeken om in leven te blijven

Slide 4 - Slide

Vruchtbare Halvemaan
  • Gebied waar de eerste landbouw ontstaat (9000 v. Chr.)

  • Midden-Oosten: Egypte, Israël, Palestina, Jordanië, Libanon, Syrië, Irak, Iran en Turkije

  • 'De kraamkamer van de beschaving': ontstaan van steden en het schrift

Slide 5 - Slide

Ok, landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw

Slide 6 - Quiz

Kijk even goed naar deze kaart, 
je krijgt er hierna een vraag over.

Slide 7 - Slide

Leg uit waarom de landbouw niet in de gebieden A en B in de kaart, die je net hebt gezien, ontstond

Slide 8 - Open question

Landbouwrevolutie
  • Revolutie betekent verandering

  • Jager-verzamelaars worden boer

  • De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen wordt tegelijk boer

  • Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt

Slide 9 - Slide

Grote en belangrijke verandering

99% van de geschiedenis van de mens, heeft de mens geleefd als jager-verzamelaars

Slide 10 - Slide

Welke middelen van bestaan hadden de mensen vóór de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt

Slide 11 - Quiz

Welke middelen van bestaan hadden de mensen tijdens de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt

Slide 12 - Quiz

Gevolgen van de landbouwrevolutie
  • Mensen stoppen te leven als nomaden

  • Er ontstaan steden: landbouwsamenleving

  • Mensen krijgen meer bezittingen

  • Er ontstaat meer ongelijkheid: de één heeft meer bezittingen dan een ander.

Slide 13 - Slide

Stad in het Midden-Oosten, omstreeks 9000 v. Chr.

Slide 14 - Slide

Boeren in Europa
  • Pas laat: het was niet nodig, er was voldoende voedsel te vinden.

  • Eerste boeren in Nederland: Zuid-Limburg rond 5300 v. Chr.

  • Toch landbouw in Europa: mensen verhuizen uit gebieden waar gebrek aan landbouwgrond is en komen hier terecht

Slide 15 - Slide

Boeren in Nederland
  • Zuid-Limburg: bandkeramiekers (tot 4400 v. Chr)

  • Noord-Nederland: trechterbekercultuur (rond 3500 v. Chr.)

  • Vanaf 3000 v. Chr. zijn er in Nederland geen jager-verzamelaars meer

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Indeling van 'onze' prehistorie

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Dood en begraven
  • Graven worden steeds uitgebreider: grafheuvels en hunebedden

  • Zowel begraven als cremeren: urnenvelden

  • Doden kregen bezittingen mee: vermoedelijk geloven in leven na de dood

Slide 20 - Slide

Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Slide 21 - Quiz

Bedenk nog een reden waarom de hunebedden pas ná de landbouwrevolutie werden gemaakt.

Slide 22 - Open question






De Man van Tollund

Slide 23 - Slide

Waarom zouden mensen offeren?

Slide 24 - Mind map

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 25 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 26 - Open question