Herhaling H5 - 3H -§3

1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vanaf wanneer spreken wij over iemand met een migratieachtergrond?
A
wanneer geen van de ouders uit het buitenland komt
B
wanneer beide ouders uit het buitenland komen
C
wanneer een oom of tante uit het buitenland komt
D
wanneer een van de ouders uit het buitenland komt

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Noem een demografisch gevolg van migratie voor het bestemmingsgebied.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Vroeger kwamen er vooral kenniswerkers en nu komen er veel praktisch geschoolde migranten
A
Onjuist
B
Juist

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Arbeidsmigratie kan leiden tot een braindrain in de herkomstgebieden. Hoe dan?
A
Goed opgeleide mensen gaan werken in het buitenland
B
Goed opgeleide mensen komen naar jouw land
C
Mensen die ergens anders hebben gestudeerd keren terug.
D
Goed geschoold personeel gaat dáár werken waar het werk is.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Multiculturele samenleving
segregatie
acculturatie
integratie
migranten en niet-migranten nemen cultuurelementen van elkaar over
Bestaan van verschillende culturen binnen een samenleving die met elkaar samenleven
Het (ruimtelijk) gescheiden leven van groepen mensen
Proces waarbij door contacten met een andere cultuur de bestaande cultuur verandert 

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bekijk de leerdoelen, beheers je ze allemaal?
1. Wat zijn in de bestemmingsgebieden de positieve en negatieve gevolgen van migratie?
2. Hoe kunnen segregatie en integratie invloed hebben op de samenleving?
3. Welke groepen migranten zijn naar Europa gekomen?
4. Waarom verschilt het migratiepatroon van arbeidsmigranten en van vluchtelingen?




Ja, deze vragen kan ik zonder in mijn boek te kijken beantwoorden
Ik kan de vragen beantwoorden, maar ik heb nog moeite met het juist formuleren van een antwoord bij vragen.
Ik kan de vragen beantwoorden, maar als ik een bron of een plaatje moet uitleggen gaat dat nog niet soepel.
Ik moet in mijn boek kijken om de vragen te kunnen beantwoorden, maar ik weet wel waar de vragen over gaan
Ik weet niet waar de vragen over gaan en moet nog veel aandacht besteden aan deze paragraaf

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Slide