PPV1 GO! EHB - LES 2 DEEL 2 - NON VERBAAL GEDRAG

DEEL 2
DE COMMUNICATIEVAARDIGHEDEN
VAN DE IDEALE LERAAR
1 / 36
next
Slide 1: Slide
psychopedagogiekHBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

DEEL 2
DE COMMUNICATIEVAARDIGHEDEN
VAN DE IDEALE LERAAR

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VERBAAL
EN
NON-VERBAAL

Slide 2 - Slide

IN DEZE ROL, MAAR OOK IN DE ANDERE ROLLEN, IS DE VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE ESSENTIEEL
VERBAAL & NON-VERBAAL
=

BELANGRIJK IN ALLE 6 ROLLEN
VAN DE LERAAR

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

GASTHEER                             VORMFASE
(LES 3)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De leraar als gastheer
- kent namen,
contact in woord, gebaar
& mimiek
- toegankelijk, benaderbaar
en vriendelijk

loopt rond & praat       startklaar

Slide 6 - Slide

JE DOET DIT VERBAAL EN NON-VERBAAL

Slide 7 - Video

This item has no instructions

SPIEGEL
NEURONEN



FACIAL
FEEDBACK

Slide 8 - Slide

SPIEGELNEURONEN zorgen ervoor
dat je de glimlach op iemands gelaat (bijv de lach van de leraar wordt overgenomen door de leerlingen) overneemt (= spontaan)

FACIAL FEEDBACK zorgt ervoor dat je de bijhorende EMOTIE overneemt - dit kan ook wanneer je geforceerd iemand expressie overneemt
SPIEGEL
NEURONEN



FACIAL
FEEDBACK
mensen beïnvloeden met woorden, maar 
vooral zonder woorden

Slide 9 - Slide

AXIOMA VAN WATZLAWICK

SPIEGELNEURONEN zorgen ervoor
dat je de glimlach op iemands gelaat (bijv de lach van de leraar wordt overgenomen door de leerlingen) overneemt (= spontaan)

FACIAL FEEDBACK zorgt ervoor dat je de bijhorende EMOTIE overneemt - dit kan ook wanneer je geforceerd iemand expressie overneemt
leraar als presentator
 slechts 2 min. 

AANDACHT VANGEN & VASTHOUDEN


LEIDERSCHAP TONEN



Slide 10 - Slide

OOK DIT IS VERBAAL EN NON-VERBAAL

Slide 11 - Slide

AXIOMA VAN WATZLAWICK

1. .Alle gedrag is communicatie.

2.Mensen beïnvloeden met woorden en vooral zonder woorden.
(digitaal = verbaal, analoog = non-verbaal)

3.Wat ik bedoel is niet per se waar voor een ander. (interpunctie)

4.Als ik wat zeg, zeg ik iets over hoe ik wil dat de ander met mij omgaat.
Over inhouds- en een betrekkingsniveau.
(inhoud = feitelijke boodschap; betrekking is de relatie en
de context)

5.Wie heeft het voor het zeggen, wie laat het voor het  zeggen hebben?
(relaties kunnen complementair zijn of symmetrisch)

ax. ALLE GEDRAG IS COMMUNICATIE

Slide 12 - Slide

AXIOMA VAN WATZLAWICK

1. .Alle gedrag is communicatie.

EEN AXIOMA IS ee niet bewezen, maar als grondslag aanvaarde stelling

Bijv. als je heeeel snel praat, zegt dat ook iets over jezelf - of juist heel stil praat, of heel ver weg staat van je leerlingen, of achter je bureau blijft staan,...


DOEL
VERBAAL
& NON VERBAAL
BEGRIJPEN


Slide 13 - Slide

ELKAAR PROBEREN TE BEGRIJPEN
IS HET DOEL 
BASIS VAN DE BASIS

VERBAAL & NON-VERBAAL
=

SAMENSPEL

Slide 14 - Slide

ALS ER INCONGRUENTIE OPTREEDT, als verbaal en non verbaal gedrag niet in overeenstemming is, is er verwarring 

Bijv. Mannekes, nu is het gedaan met zeveren, ik wil dat jullie stoppen anders gaan er straffen volgen (op een hele lieve manier). 


Slide 15 - Slide

VERBALE EN NON-VERBALE TAAL
GAAN HAND IN HAND

INHOUD : wat je zegt of doet, hoe dit geformuleerd is, kan op dezelfde inhoud slaan.

BETREKKING : hoe je wilt dat de ander met de info van jou omgaat - het is de relatie tussen jullie beide = het HOE VAN DE COMMUNICATIE DIE IETS ZEGT OVER DE RELATIE - over wat eronder zit 

Bijv. Als je iets beveelt, dan stel je jezelf boven de leerlingen en wil je vooral geen goede relaties en verbondenheid met de leerlingen - als je hetzelfde zegt op een andere toon of op een andere manier, laat dat een heel andere manier van relatie zien


dit betrekkingsniveau kan tegenstrijdig zijn met de inhoud (zie volgende dia)

als inhoud en betrekkingsniveau niet overeenkomen, dan ontstaan er storingen in de communicatie, is er geen echtheid,...

BELANGRIJK ALS LEERKRACHT IS DEZE CONGRUENTIE,

Als je zegt: goedverdomme, doe da raam dicht - dan kan je geen werderzijdse respectvolle relatie met je lln verwachten

OF je roept DOE ALSTUBLIEFT NU DAT RAAM EENS DICHT (incongruentie tss je non-verbale taal en de betrekking die je wenst)

AXIOMA VAN WATZLAWICK
4.Als ik wat zeg, zeg ik iets over hoe ik wil dat de ander met mij omgaat.
Over inhouds- en een betrekkingsniveau.
(inhoud = feitelijke boodschap; betrekking is de relatie en
de context)

BETREKKING BESTAAT UIT 3 ASPECTEN
Het expressieve aspect – dit is wat de zender laat zien over zijn of haar eigen mening, gevoel, oordeel over en ‘met’ de boodschap.
Het relationele aspect – dit is hoe de zender de ontvanger ziet. Spreekt er waardering of minachting uit de boodschap?
Het appellerende aspect – dit is wat de zender graag wil dat de ontvanger doet of vindt.

ax. Als ik wat zeg, zeg ik iets over hoe ik wil dat de ander met mij omgaat.

Slide 16 - Slide

VERBALE EN NON-VERBALE TAAL
GAAN HAND IN HAND

INHOUD : wat je zegt of doet

BETREKKING : hoe je wilt dat de ander met de info van jou omgaat - het is de relatie tussen jullie beide = het HOE VAN DE COMMUNICATIE

dit betrekkingsniveau kan tegenstrijdig zijn met de inhoud (zie volgende dia)

als inhoud en betrekkingsniveau niet overeenkomen, dan ontstaan er storingen in de communicatie, is er geen echtheid,...

BELANGRIJK ALS LEERKRACHT IS DEZE CONGRUENTIE,

Als je zegt: goedverdomme, doe da raam dicht - dan kan je geen werderzijdse respectvolle relatie met je lln verwachten

OF je roept DOE ALSTUBLIEFT NU DAT RAAM EENS DICHT (incongruentie tss je non-verbale taal en de betrekking die je wenst)

AXIOMA VAN WATZLAWICK
4.Als ik wat zeg, zeg ik iets over hoe ik wil dat de ander met mij omgaat.
Over inhouds- en een betrekkingsniveau.
(inhoud = feitelijke boodschap; betrekking is de relatie en
de context)


JE PERSOONLIJKHEID 
wordt weerspiegeld in je
COMMUNICATIE

Slide 17 - Slide

WE BRENGEN HIER DEEL 1 VAN DEZE LES SAMEN MET DEEL 2

Elke persoon heeft zijn eigen specifieke persoonlijkheid en achtergrond. Het is vanuit deze achtergrond dat we waarnemen, interpreteren, oordelen en communiceren. 

Iemand die heel ordelijk en gestructureerd is, zal op een zeer gestructereerde manier praten 

iemand die creatief en enthousiast is, zal ook op een andere manier praten 
Begrip "WAARDERINGSNIVEAU"

elke communicatie drukt mate v erkenning uit

Slide 18 - Slide

LEERLINGEN DIE ZICH ERKEND EN GEWAARDEERD WORDEN PRESTEREN BETER ZIJN MEER GEMOTIVEERD ZIJN SOCIALER EN ZIJN GELUKKIGER

inlevingsvermogen = 
vriendelijkheid en empathie van de BIG5

de IK-BOODSCHAP is ook een voorbeeld van een manier waarop je vraagt om iets te veranderen - vanuit respect voor jou met respect voor de ander

Slide 19 - Slide

LEERLINGEN DIE ZICH ERKEND EN GEWAARDEERD WORDEN PRESTEREN BETER ZIJN MEER GEMOTIVEERD ZIJN SOCIALER EN ZIJN GELUKKIGER

inlevingsvermogen = 
vriendelijkheid en empathie van de BIG5

Slide 20 - Slide

NIET ALLEEN DE PH 
ph =  de openheid, vriendelijkheid, extraversie,... BIG 5

MAAR OOK DE ERVARINGEN 
DE WAARDEN EN NORMEN
DE OPVOEDING
DE STERKTES EN ZWAKTES VAN IEMANDS
INLEVINGSVERMOGEN 

Bijv. Jij vraagt aan een leerling of hij wat sneller wil werken, want het is bijna het einde van het lesuur. 
Die leerling kan bijv. een vader hebben die hem steeds opjaagt en hierbij kwaad wordt - gevolg is dat de leerling heel gestresseerd gaat zijn. 
PERCEPTIE-NIVEAU

Slide 21 - Slide

EN DIT MAAKT COMMUNICATIE NET ZO COMPLEX

JE INTERPRETEERT VANUIT JE ERVARINGEN, VANUIT JE STEMMING, VANUIT JE INGESTELDHEID,…

INTERN RUIS KAN je opvoeding, kennis, cultuur, reflentiekader, emoties... zijn 

BEGRIP
PERCEPTIENIVEAU

eigen interpret. vanuit referentiekader

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

kleine 5 minuten 

HOE COMMUNICATIE FOUT KAN LOPEN ALS JE EEN ANDERE INGESTELDHEID HEBT... IEDEREEN ZIT IN ZIJN EIGEN HOOFD

EERSTE INDRUK - gaan we het later nog over hebben

Slide 24 - Slide

RUIS IN DE WAARNEMING zorgt voor misverstanden
Je hebt iets niet gehoord, je hebt iets anders gehoord dan bedoeld was
Dit kan puur omdat je het niet verstaan hebt door lawaai, maar ook doordat je een andere voorkennis of ervaring hebt, of omdat je niet goed geslapen hebt.

Bijv. “

= ANDERE PERCEPTIE – ANDER PERCEPTIENIVEAU

Slide 25 - Slide

FOUTEN IN DE WAARNEMING Je ziet wat je WIL zien of horen
Je ziet wat je GEWENT bent te zien of horen  -
Bijv. mannen kijken meer naar vrouwen of omgekeerd (en is dat wel zo ;-) )

 je neemt jezelf als uitgangspunt om iets te interpreteren en te beoordelen

Bijv. als je altijd zegt 'neem je boek pg X' en plots zeg je 'neem boek en een pen' - dan horen vele lln toch het eerste.

Slide 26 - Video

2:40 min

Slide 27 - Slide

WE SPREKEN OOK VAN RUIS

HET EXTERNE RUIS IS OOK BELANGRIJK IN EEN KLAS = bijv omgevingslawaai, het licht dingen niet zichtbaar zijn, te warme temperatuur, doofheid, stotteren, te stil spreken,...

INTERN RUIS KAN je opvoeding, kennis, cultuur, reflentiekader, emoties

LERAAR BEWUST
ZIJN VAN DE GEVOELIGHEDEN
& BEWUST OMGAAN MET
COMMUNICATIE

Slide 28 - Slide

ZOWEL DE COMMUNICATIE DIE HIJ/UITZENDT EN DIE HIJ OF ZIJ ONTVANGT

Slide 29 - Slide

Omdat er veel misverstanden zijn, is FEEDBACK ZO BELANGRIJK !! Je moet als een leraar die open staat voor je leerlingen

HOE WE DIE FEEDBACK GEVEN ZIEN WE OA IN DE LAATSTE LES (actief luisteren) en in de les over klasmanagement (ik-boodschap). 

Slide 30 - Slide



FACADE = PRIVE = hetgeen je niet laat zien in je gedrag (bijv. je bent onzeker maar vertoont zelfzeker gedrag)

PUBLIEK = hierin kan je je vrij bewegen - je dagelijkse optreden naar buiten, mijn gedrag en motivaties die anderen van mij zien (dit gebied wordt vergroot door feedback).

BLIND SPOT = dat gedrag dat door anderen zichtbaar is, maar niet voor mezelf (bijv. het gebruik van stopwoorden) - door feedback van anderen wordt dit gebied verkleind.

UNBEKEND = het onbewuste - het onderbewuste (psychoanalyse)

Slide 31 - Slide

HIER krijg je FEEDBACK van je leerlingen - je VERKLEINT JE SECTIE b  : wat anderen weten en wat jij niet weet over jezelf
En vergroot je sectie A

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

ZELFST. OPDRACHTEN CANVAS

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

WAT KAN
MEN ONDER
NON-VERBALE TAAL
VERSTAAN ?

Slide 34 - Mind map

EXPRESSIE en MIMIEK
RUIMTEGEBRUIK
GEBAREN
STEMGEBRUIK
HOUDING

PLAATS VAN DE HANDEN
OOGCONTACT




- 9 TIPS




STEM & OOGCONTACT
SOFTEN

Slide 35 - Slide

LAATSTE ONDERDEEL VAN DE LES 
PERSOONLIJKHEIDSTEST
https://www.testcentrumgroei.nl/persoonlijkheidstest

Slide 36 - Slide

This item has no instructions