Bestuiving

Bestuiving
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bestuiving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Nabespreken 6.1
Uitleg 6.2
Huiswerk 6.2 maken
Quiz

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt beschrijven wat bestuiving is.

Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving.

Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.
Veel bloemen hebben grote en opvallend gekleurde kroonbladeren. Daarmee lokken ze insecten. Insecten komen ook af op de geur en op de nectar.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nectar en stuifmeel
Bij het verzamelen van nectar raakt een bij bedekt met stuifmeel.


De bij neemt het stuifmeel mee naar de volgende bloem (van dezelfde soort)

Het stuifmeel komt dan op de stamper (stempel) terecht.

Nectar = een zoet sap dat insecten aantrekt. (Bijen verzamelen dit en maken er honing van).

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kruisbestuiving en zelfbestuiving

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kruisbestuiving en zelfbestuiving 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Insectenbloemen
Bestuiving door insecten -> insectenbloemen

Kenmerken:
  • Maken nectar
  • Grote opvallende
    kroon-bladeren
  • Geur

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Windbloemen
Bestuiving door wind -> windbloemen

Kenmerken:
  • Veel stuifmeel
  • Kleine onopvallende bloemen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Insectenbloem en windbloem
Windbloem
Insectenbloem

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Maak van basisstof 6.2
Opdracht 1 t/m 7
Opdracht 4 hoeft niet



Klaar? Opdracht 9

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
Als eicellen op de stempel terecht komen
C
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van een andere soort
D
Als eicellen op de meeldraad terecht komen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem
C
Allebei

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de kroonbladeren?
A
Het beschermen van de bloemknop
B
Het produceren van stuifmeel
C
Het aantrekken van bestuivers
D
Het opslaan van voedingsstoffen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen kenmerk van insectenbloemen?
A
Vaak groot en opvallende kleur
B
Bevatten nectar
C
Ruwe, kleverige stuifmeelkorrels
D
Helmknoppen hangen vaak buiten bloem

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk insect is een veelvoorkomende bestuiver?
A
De vlinder.
B
De mier.
C
De spin.
D
De bij.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een insectenbloem?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk insect is dit?
A
bij
B
wesp
C
hommel
D
zweefvlieg

Slide 17 - Quiz

Een hommel. 

HErken je aan dat hij wat dikker is. harig waradoor het een prima bestuiver is. 

Een hommel is alleen groter en zijn lichaam is bedekt met zwarte, gele of oranje haren. Hommels doen eigenlijk geen kwaad. Ze vliegen rond met een donker bromgeluid. Net als bijen verzamelen ze stuifmeel. Bijen zijn wat kleiner dan hommels en ze hebben minder haar op hun lichaam.
Is dit een insectenbloem?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Check
Kan je beschrijven wat bestuiving is?

 Kan je het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving?

Kan je de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions