Begrippen Jodendom
Paragraaf 2+3
- Orthodoxe joden: Joden die zich streng aan de regels houden
- Liberale joden: Joden die de regels aanpassen aan de moderne tijd
- Niet-godsdienstig: Joden die niet (meer) geloven in God
- Synagoge: ‘samenkomst’ (het gebedshuis)
- Sjoel: school in een synagoge
- Heilige ark: een kast in de synagoge
- Torarollen: het heilige boek van de joden
- Tien Woorden: de tien geboden
- Bima: een verhoging met een lessenaar
- Jad: aanwijsstokje
- Chazan: voorzanger die de dienst leidt
- Rabbijn: de voorganger (leider) van de synagoge
- Vrouwengalerij: aparte ruimte waar de vrouwen zitten
- Keppeltje: klein hoedje dat eraan herinnert dat er ‘iets’ boven de mens is