wonen

• Nederlands
• ISK

wonen

wat gaan jullie leren?

Je leert woorden over wonen en buren.

Je leert simpele vragen stellen en beantwoorden over waar iemand woont.

Je kunt korte zinnen maken over jouw huis of het huis van een ander.

ster in lezen 

bladzijde 73 - huishoudens

onderstreep woorden die je niet kent

1. gezin
2. alleenstaand
3. samenwonend zonder kinderen
4. alleenstaand met kinderen

1. alleenstaand
2. alleenstaand met kinderen
3. famillie
4. gezin

1. samenwonend zonder kinderen
2. alleenstaand met kinderen
3. een gezin
4. famillie

1. samenwonend zonder kinderen
2. gezin
3. familie
4. alleenstaand

maken in je boek

bladzijde 74,78 

opdracht 5, 6 en 7B

straks klassikaal bespreken

opdracht 8

loop rond

"in wat voor huishouden woon jij"

vul de namen van je klasgenoten in

Het alfabet.....

opdracht 10

zet de woorden in alfabetische volgorde!

maak dan zinnen met de woorden