V3 1.1 Krachten om je heen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Klas 3  Hoofdstuk 1.1

Krachten om je heen

Leerdoelen

• Je kunt 6 verschillende krachten noemen
  
• Je kent het symbool en de eenheid van kracht
  
• Je weet welke 2 dingen krachten kunnen doen
  
• Je weet wat het zwaartepunt is
  
• Je kunt een kracht tekenen
  
• Je kunt rekenen met Fz = m * g

Waar denk je aan bij 'Kracht'

Wat is een kracht?

• Beweging veranderen
• Vorm veranderen: Elastisch & Plastisch

Spierkracht

Spierkracht

Veerkracht

Veerkracht

Spankracht

Spankracht

Kleefkracht

Kleefkracht

Zwaartekracht

Zwaartekracht

Magnetische kracht

Magnetische kracht

Wrijvingskracht

Wrijvingskracht

• Luchtwrijving
• Rolwrijving

Hoe heet de kracht die zorgt
dat de expander wordt uitgerekt?

1. Spierkracht
2. Veerkracht
3. Spankracht
4. Wrijvingskracht

Hoe heet de kracht die de
expander op mijn handen uitoefent?

1. Spierkracht
2. Veerkracht
3. Spankracht
4. Wrijvingskracht

a. Marie ploft neer op de bank
b. Een koorddanser loopt over een koord
c. Een loodgieter maakt een bocht in een koperen buis
d. Een atleet hangt aan een doorbuigende polsstok

Krachten worden gemeten in Newton (N)

Symbool F (van Force)

Omdat er zoveel soorten krachten zijn krijgen veel krachten een kleine letter extra:

F_z = zwaartekracht

F_v = veerkracht

F_s = spankracht

enzovoort

Krachtmeter

Zwaartekracht

Zwaartekracht = massa * g

g = 9,8 N/kg

F_z = m * g

Hoe groot is de zwaartekracht op jou?
(Fz = m * g | met g = 9,8)

Krachten tekenen

Je tekent een krachtenpijl van 152 N. De schaal is 1 cm per 40 N. Hoe lang moet je de pijl tekenen in cm?

1. 0,26 cm
2. 1,52 cm
3. 3,80 cm
4. 5000 cm

Vind zelf het massamiddelpunt

van een boek

• 10 minuten voor jezelf werken:     H1.1 opdracht 1, 4 t/m 8
• Hier blijven voor extra uitleg en oefenopgaven

Welke twee gevolgen kan een
kracht hebben?

Leerdoelen

• Je kunt 6 verschillende krachten noemen
  
• Je kent het symbool en de eenheid van kracht
  
• Je weet welke 2 dingen krachten kunnen doen
  
• Je weet wat het zwaartepunt is
  
• Je kunt een kracht tekenen
  
• Je kunt rekenen met F_z = m * g

Hoe ging de les? Tips & Tops