V5 Gérondif / Grammaire B

VWO 5
Répéter le gérondif et les verbes irréguliers
1 / 49
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

VWO 5
Répéter le gérondif et les verbes irréguliers

Slide 1 - Slide

Le participe présent is in het Nederlands...
A
het voltooid deelwoord
B
het tegenwoordig deelwoord
C
de tegenwoordige tijd
D
de voltooide tijd

Slide 2 - Quiz

Een vorm van le participe présent/tegenwoordig deelwoord is ...
A
danse
B
dansons
C
dansé
D
dansant

Slide 3 - Quiz

De gérondif maak je door...
A
-ant achter het hele werkwoord te plaatsen
B
-ant achter de nous-vorm uit de présent te zetten
C
en + tegenwoordig deelwoord
D
en + voltooid deelwoord

Slide 4 - Quiz

De gérondif kom je tegen bij: 
Vrai
Pas vrai
- Gelijktijdigheid
- Een voorwaarde
- Een onzekerheid
- Een gevoel
- Een manier

Slide 5 - Drag question

De gérondif van faire is ...

Slide 6 - Open question

De gérondif van aller is ...

Slide 7 - Open question

De gérondif van lire is ...

Slide 8 - Open question

De gérondif van dire is ...

Slide 9 - Open question

De gérondif van regarder is ...

Slide 10 - Open question

Il écoute la radio et il fait ses devoirs en même temps.

Slide 11 - Open question

Mon père travaille et est malade en même temps.

Slide 12 - Open question

Le vendeur accueille et salue les clients en même temps.

Slide 13 - Open question

Ma soeur conduit et téléphone en même temps.

Slide 14 - Open question

Il m’a dit « oui » et il sait en même temps qu’il ne pourra pas venir.

Slide 15 - Open question

Je fais du sport et je suis chez moi en même temps

Slide 16 - Open question

Nous nous reposons et nous regardons la télévision en même temps.

Slide 17 - Open question

Ma mère lit le journal et boit son café en même temps.

Slide 18 - Open question

Ik begrijp hoe de gérondif werkt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik kan de gérondif toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik heb hulp nodig met ... ?

Slide 21 - Open question

Sami annonce ... (rougir) qu'il a mangé tout le chocolat.

Slide 22 - Open question

Elle fait toujours le ménage ... (chanter).

Slide 23 - Open question

Nadia frappe à la porte ... (entrer) dans le bureau du directeur.

Slide 24 - Open question

... (aller) au collège, je porterai le pain au four.

Slide 25 - Open question

Elle crie ... (lever) les bras au ciel.

Slide 26 - Open question

nemen
moeten
volgen
bereiken
suivre
prendre
devoir
atteindre

Slide 27 - Drag question

Vervoeg:
devoir - passé composé - vous ...
timer
0:25

Slide 28 - Open question

Vervoeg:
devoir - imparfait - tu .........
timer
0:25

Slide 29 - Open question

Vervoeg:
devoir - conditionnel - je
timer
0:25

Slide 30 - Open question

Vervoeg:
devoir - présent - ils ...
timer
0:25

Slide 31 - Open question

Vervoeg:
devoir - futur simple - elle ...
timer
0:25

Slide 32 - Open question

Vervoeg: u zal moeten
timer
0:25

Slide 33 - Open question

Vervoeg: hij moet
timer
0:25

Slide 34 - Open question

Vervoeg: wij moesten
timer
0:25

Slide 35 - Open question

Vervoeg:
atteindre - présent - nous
timer
0:25

Slide 36 - Open question

Vervoeg:
atteindre - passé composé - vous
timer
0:25

Slide 37 - Open question

Vervoeg:
atteindre - imparfait - je
timer
0:25

Slide 38 - Open question

Vervoeg:
atteindre - futur simple - elles
timer
0:25

Slide 39 - Open question

Vervoeg:
atteindre - conditionnel - tu
timer
0:25

Slide 40 - Open question

Vervoeg:
suivre - présent - il
timer
0:25

Slide 41 - Open question

Vervoeg:
suivre - imparfait - nous
timer
0:25

Slide 42 - Open question

Vervoeg:
suivre - passé composé - vous
timer
0:25

Slide 43 - Open question

Vervoeg:
suivre - futur simple - elles
timer
0:25

Slide 44 - Open question

Vervoeg:
suivre - conditionnel - je
timer
0:25

Slide 45 - Open question

Vervoeg:
prendre - présent - je
timer
0:25

Slide 46 - Open question

Vervoeg:
prendre - imparfait - il
timer
0:25

Slide 47 - Open question

Vervoeg:
prendre - conditionnel - tu
timer
0:25

Slide 48 - Open question

Vervoeg:
prendre - passé composé - vous
timer
0:25

Slide 49 - Open question