Instaptoets + uitleg pv, ond en wwg

- Instaptoets - voorkennis testen

- Uitleg pv, ond, wwg


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Instaptoets - voorkennis testen

- Uitleg pv, ond, wwg


Slide 1 - Slide

Lesdoelen

- Je bepaalt jouw voorkennis wat betreft zinsontleding.

- Je herhaalt de volgende zinsdelen:

- pv            

- ond        

- wwg

Slide 2 - Slide

Noteer het zinsdeel en vertel wat je er nog van weet:
pv - ond - wwg - lv - mv - bwb

Slide 3 - Open question

De fantastische zwemmer zwom de wedstrijd in het Olympisch stadion.
- Benoem 'de fantastische zwemmer'.

Slide 4 - Open question

De fantastische zwemmer zwom de wedstrijd in het Olympisch stadion.
- Benoem 'in het Olympisch stadion'

Slide 5 - Open question

In het koude noodgebouw hangen posters over godsdienst.
- Benoem 'posters over godsdienst'

Slide 6 - Open question

In het koude noodgebouw hangen posters over godsdienst.
- Benoem 'in het koude noodgebouw'

Slide 7 - Open question

Wie heeft die trap gemaakt?
- Benoem wwg

Slide 8 - Open question

Wie heeft die trap gemaakt?
- Benoem het woordje 'wie'

Slide 9 - Open question

Wanneer geef je dat heerlijke chocolaatje aan mevrouw Van Vianen
- Benoem het woordje 'wanneer'

Slide 10 - Open question

Wanneer geef je dat heerlijke chocolaatje aan mevrouw Van Vianen
- Benoem het woordje 'aan mevrouw Van Vianen'

Slide 11 - Open question

Op 5 december zal Sinterklaas de leerlingen van Calvijn begroeten.
- Benoem het wwg

Slide 12 - Open question

Op 5 december zal Sinterklaas de leerlingen van Calvijn begroeten.
- Benoem het lv

Slide 13 - Open question

Hoe vind je zinsdelen ook alweer?

Je kunt een zin husselen om de delen te herkennen:

Afgelopen weekend heb ik wel 10 doelpunten gescoord.

Ik heb afgelopen weekend wel 10 doelpunten gescoord.

Wel 10 doelpunten heb ik afgelopen weekend gescoord.


De delen die bij elkaar horen, blijven bij elkaar staan.

Slide 14 - Slide

Hoe vind je zinsdelen ook alweer?

Je kunt zinsdelen ook vinden door de volgende vragen te stellen: wie - wat - wanneer - hoe - waarmee - waarheen

De werkwoorden noemden we de 'handeling'.


Afgelopen weekend |heb |        ik wel 10 doelpunten gescoord.

       wanneer                handeling  wie         wat                    handeling


Slide 15 - Slide

Persoonsvorm (pv)

Voer de tijd- of getalproef uit (geen vraagzin)!

Tijdproef = zin in een andere tijd zetten

Getalproef = het onderwerp van mv - enkv  of enkv - mv


Yvette heeft onwijze honger.

Yvette had onwijze honger.

Yvette en Jolijn hebben onwijze honger.


FOUT! Waarom heb jij die toets niet gemaakt?


Slide 16 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (wwg)

- Alle werkwoorden in de zin + te + aan het

- Let op de scheidbaar samengestelde werkwoorden (splitswerkwoorden)


Dat heeft wat zoden aan de dijk gezet!

David, vergroot jij deze tekening eens uit.

Slide 17 - Slide

Onderwerp (ond)

- WIE of WAT + werkwoordelijk gezegde?

- Mag nooit met een voorzetsel beginnen


De tuin werd door de hovenier gemaaid.

Over zes dagen knipt de kapper mijn haar.

Slide 18 - Slide