1hv-3-hh

4. Stevigheid en beweging
Op tafel:
Chromebook (lessonup opgestart)
Leesboek

Telefoon in telefoontas
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4. Stevigheid en beweging
Op tafel:
Chromebook (lessonup opgestart)
Leesboek

Telefoon in telefoontas

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Slide

1. Het skelet
- Je kent de delen van het lichaam.
- Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
- Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Het skelet!
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 5 - Drag question

Wat zijn de 4 functies van het skelet?

Slide 6 - Open question

2. De bouw van botten
- Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven.
- Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding.
Bevat veel lijmstof
Bevat weinig lijmstof
Bevat veel kalkzouten
Is buigzaam
Bevat weinig kalkzouten
Beenweefsel
Kraakbeenweefsel
Is hard en niet buigzaam

Slide 9 - Drag question

Waarom heeft een schedel bij een baby fontanellen?

Slide 10 - Open question

3. Beenverbindingen
- Je kunt de beenverbindingen beschrijven.
- Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
- Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 11 - Slide

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 12 - Drag question

gewrichtskom
gewrichtkogel
gewrichtsmeer
kraakbeenlaagje
gewrichtkapsel

Slide 13 - Drag question

Kogelgewricht
Rolgewricht
Scharniergewricht

Slide 14 - Drag question

4. Spieren
- Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.

Slide 15 - Slide

Wat zijn antagonisten?
A
Spieren die hetzelfde werken
B
spieren die even sterk zijn
C
spieren die je twee keer hebt
D
spieren die tegengesteld werken

Slide 16 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 17 - Quiz



Welke spier is samengetrokken wanneer de arm buigt? En hoe heet deze spier?
A
Nummer 1, de biceps
B
Nummer 1, de triceps
C
Nummer 2, de biceps
D
Nummer 2, de triceps

Slide 18 - Quiz

5. De wervelkolom
- Je kunt de bouw en werking van het wervelkolom beschrijven.

Slide 19 - Slide

Welke uitspraak over de wervelkolom is juist?


A
De wervelkolom heeft een dubbele C-vorm die wordt ondersteund vanuit de buikspieren.
B
De wervelkolom heeft een dubbele C-vorm die wordt ondersteund vanuit de rugspieren.
C
De wervelkolom heeft een dubbele S-vorm die wordt ondersteund vanuit de buikspieren.
D
De wervelkolom heeft een dubbele S-vorm die wordt ondersteund vanuit de rugspieren.

Slide 20 - Quiz

Verbind de juiste namen aan de nummers.
Je hoeft niet alle namen te gebruiken. 
heiligbeen
sleutelbeen
borstwervels
borstbeen 
schouderblad
lendenwervels
halswervels 
staartbeen
beenwervels

Slide 21 - Drag question