5V les 3 NOVA H10.2 Reacties van koolwaterstoffen

5VWO Les 3 H10.2
Reacties van koolwaterstof-fen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5VWO Les 3 H10.2
Reacties van koolwaterstof-fen

Slide 1 - Slide

VOORBEREIDING:
1. stencil met opdracht 1 kopiëren
2. vooraf als huiswerk noteren in Magister:
meenemen naar de les:
- boek B
- Binas
- begrippennetwerk dat is uitgedeeld aan het begin van H8
Deze les:
- startopdracht bij de flipovers
- uitleg en aantekeningen
- zelf werken aan opgaven

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

startopdracht (flipovers)
Bekijk het stencil met reacties van koolstofverbindingen.
Beschrijf voor elke reactie in woorden wat er gebeurt. 
Let hierbij op 
- het aantal beginstoffen/reactieproducten
- veranderingen in bindingen/atomen
- molecuulformules
Klaar? Ga terug naar je eigen plek en pak je schrift
timer
8:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

H10.2 Reacties van koolwaterstoffen
Aan de hand van jullie flipovers zetten we de vijf soorten reacties op een rij en leer je van elk type reactie de naam.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1. Kraken

Slide 6 - Slide

AANTEKENING
groot molecuul breekt in 2 of meer stukken:
alkaan -> alkaan + alkeen

er ontstaat alkeen omdat er niet genoeg H-atomen zijn
Voorbeeld: C6H14 --> C4H10 + C2H4
Kraakreacties
KRAKEN= grote moleculen in kleine stukjes breken
              


               C10H22    -->  C8H18  +  ........
             alkaan        -->   alkaan  +  ........

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Alkanen kraken






Een groot alkaan breekt in verschillende alkenen.
Dat kan thermisch of katalytisch.
______
_____

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zo toon je aan dat er C=C aanwezig is:

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De reactie die je zojuist zag, is een additiereactie. In deze animatie zie je hoe een additiereactie verloopt met bijvoorbeeld HCl

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

2. Additie

Slide 11 - Slide

AANTEKENING:
2 stoffen --> 1 stof, de C=C verdwijnt

voorbeeld:
HCl aan C=C van propeen (isomeren!)

ook andere stoffen kunnen adderen:
voorbeeld H2O aan etheen (nieuwe dia)

Kenmerken van een additiereactie
  • De beginstof is onverzadigd (C=C)
  • Je voegt klein molecuul toe, bijvoorbeeld: 
             Br2,    Cl2,    H2,    HF,    HCl,    HBr,     HI  of    H2O.
  • De C=C verdwijnt en er ontstaat één nieuwe stof
  • De reactie verloopt snel

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Alkenen - additie
Additiereactie: de C-atomen van de C=C krijgen elk een atoom erbij

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Cyclo-alkanen - additie




'Gespannen' 3-ring springt open

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Additie met water
Bij een additiereactie met water splitst het H2O molecuul in een H-atoom en een -OH groep. Het H-atoom komt aan het ene C-atoom en de -OH groep aan het andere C-atoom

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

denken - delen - uitwisselen


Hoeveel isomeren ontstaan bij de additie van water aan but-1-een?
Hoeveel isomeren ontstaan bij de additie van water aan but-2-een?

Geef van alle gevormde reactieproducten de structuurformule en de naam
timer
2:00
timer
1:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

3. Eliminatie
Dit is het omgekeerde van additie:
je haalt atomen weg uit het molecuul, er ontstaan een C=C

1 beginstof --> 2 reactieproducten (C=C gevormd)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Alkanen - eliminatie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Eigen werk
Je kent nu 3 van de 5 typen reacties. De volgende les maken we de aantekeningen compleet. Werk nu zelf aan de volgende opgaven:

opgave
leerdoel
14 (NIET a en f)
reactietypen herkennen en reactievergelijking geven in structuurformules
16
additiereactie met Br2 / aantonen C=C
19
additie en isomerisatie (zoek zelf de betekenis op)
*20
een uitdagende additiereactie: heb jij inzicht?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions