2.1 Weer en klimaat in Europa & 2.2 Beschikbaarheid van water

§2.1 Weer en klimaat in Europa

§2.2 Beschikbaarheid van water





Mavo 4
Thema: Weer & klimaat
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

§2.1 Weer en klimaat in Europa

§2.2 Beschikbaarheid van water





Mavo 4
Thema: Weer & klimaat

Slide 1 - Slide

Leervraag
Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen het weer en het klimaat in Spanje en Nederland?

Slide 2 - Slide

Maar eerst...

Slide 3 - Slide

Bij de Wet van Buys Ballot stroomt hoge luchtdruk altijd
A
Naar links
B
Naar een lage drukgebied
C
Naar hoog luchtdrukgebied
D
Naar rechts

Slide 4 - Quiz

Op het Noordelijk Halfrond heeft de wind een afwijking naar....
A
Links
B
Rechts

Slide 5 - Quiz

Welke soort regen zie je hiernaast?
A
Stijgingsregen
B
stuwingsregen
C
frontale regen
D
afstromende regen

Slide 6 - Quiz

Welke soort regen zie je hiernaast?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen
D
Afstromende regen

Slide 7 - Quiz

Nederlandse zomer?
Spaanse zomer?

Slide 8 - Slide

Verklaring
De belangrijkste oorzaak van dit verschil is de invloed van lage- en hoge drukgebieden.

  • In de buurt van NL komen warme lucht vanuit het zuiden en koude lucht vanuit het noorden bij elkaar. Er ontstaan depressies (L-drukgebieden).

  • Boven Spanje hangt een H-drukgebied. Als het hogedrukgebied bij Spanje zwak is, dan kan een depressie ook boven Spanje voorkomen. Dit gebeurt vaker in de winter dan in de zomer.



Slide 9 - Slide

Koufront
Omdat bij koufronten de koude lucht de warme lucht verdrijft, zijn koufronten feller dan warmtefronten. Koude lucht is namelijk zwaarder dan warme lucht, en de koude lucht “drukt” zich dus met veel geweld onder de warme lucht. Dit betekent dat de warme lucht wordt gedwongen om op te stijgen. De warme lucht komt dan hoger in de atmosfeer terecht, waar de temperatuur lager is. Hierdoor condenseert het vocht in deze luchtmassa en ontstaan wolken.


Slide 10 - Slide

Koufront op de kaart

Slide 11 - Slide

Warmtefront
 Bij een warmtefront verdrijft de warme lucht de koude lucht, maar omdat de koude lucht veel zwaarder is dan de warme lucht, gaat dit behoorlijk moeilijk. Je zou dus kunnen zeggen dat de koude lucht “sterker” is dan warme lucht. Als gevolg hiervan glijdt de warme lucht over de koude lucht heen. Dit gaat dus veel minder agressief dan bij een koufront, waar de koude lucht de warme lucht aan de kant beukt. De lucht stijgt op een warmtefront dus minder hard.

Slide 12 - Slide

Warmtefront op de kaart

Slide 13 - Slide

Fronten op de kaart
Fronten op Buienradar

Slide 14 - Slide

Klimaten in Spanje

Slide 15 - Slide

§2.2 Beschikbaarheid van water





Mavo 4
Thema: Weer & klimaat

Slide 16 - Slide

Leervraag
Hoe is het gesteld met de beschikbaarheid van water in Spanje en Nederland?

Slide 17 - Slide

Voldoende neerslag?
Om dit te kunnen bepalen moet er naar de volgende 3 dingen gekeken worden:\

  1. Neerslagverdeling (waar veel regen? / waar bijna niets?);
  2. Periode waarin de neerslag valt;
  3. Neerslagintensiteit (hoeveelheid neerslag per uur/dag).

Slide 18 - Slide

Klimaten in Spanje
Neerslag in Spanje

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Waterbalans
Beschikbaarheid van water kun je aflezen op een waterbalans.
  • Meer neerslag dan verdamping = positieve waterbalans
  • Meer verdamping dan neerslag = negatieve waterbalans

  • Zomers van Spanje vaak negatieve waterbalans (vooral Steppe).
  • Nederland over het algemeen een positieve waterbalans. Maar klimaatverandering zorgt voor een afname in de nuttige neerslag.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Landbouw en toerisme
  • Veel gebieden in Spanje is irrigatie van landbouwgronden nodig.
  • Irrigatie leidt tot verzilting.
  • Oplossing is goede drainage of druppelirrigatie.

  • Wat is de relatie tussen het klimaat en het soort landbouw?

Slide 23 - Slide

Wat is de relatie tussen klimaat, waterschaarste en toerisme?

Slide 24 - Slide

Wat moet ik doen?
2.1 Maak opdracht 1a - 2 - 3 -4a - 5bc
2.2 Maak opdracht 1b - 3ce - 5d - 6d-7abf

Slide 25 - Slide